De impact van vakantie op het milieu

De impact van vakantie op het milieu

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je uitleggen waarom vakantie slecht kan zijn voor het milieu.

Dit is het doel van de les, vertel dit aan het begin van de les aan de leerlingen.

Wat weet jij al over de impact van vakantie op het milieu?

Introductie

Vakanties zijn leuk, maar hebben ze een negatieve impact op het milieu? Laten we dat uitzoeken!

Stel de vraag aan de leerlingen en laat ze nadenken over de mogelijke antwoorden.

Transport

Vakanties betekenen vaak reizen, wat vaak betekent dat er meer uitstoot van CO2 is.

Leg uit wat de impact van transport op het milieu is en hoe dit gerelateerd is aan vakanties.

Accommodatie

Veel accommodaties hebben een hoge energie- en waterconsumptie, wat leidt tot een hogere CO2-uitstoot.

Bespreek hoe accommodaties de impact op het milieu kunnen vergroten en wat de leerlingen kunnen doen om dit te verminderen.

Afval

Vakantiegangers produceren vaak meer afval dan normaal, wat kan leiden tot vervuiling van het milieu.

Leg uit hoe afval bijdraagt aan milieuvervuiling en wat leerlingen kunnen doen om afval te verminderen tijdens het reizen.

Activiteiten

Sommige vakantieactiviteiten zoals watersporten of quadrijden kunnen schade toebrengen aan het milieu.

Bespreek welke activiteiten schadelijk kunnen zijn voor het milieu en hoe dit kan worden voorkomen.

Duurzaam toerisme

Duurzaam toerisme houdt rekening met het milieu en de lokale gemeenschap. Het is belangrijk om verantwoord te reizen.

Leg uit wat duurzaam toerisme betekent en hoe dit kan bijdragen aan een beter milieu.

Conclusie

Vakanties kunnen een negatieve impact hebben op het milieu, maar er zijn manieren om deze impact te verminderen.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig leerlingen aan om verantwoord te reizen.

Quiz

Test je kennis! Beantwoord de volgende vraag: Wat is duurzaam toerisme?

Laat de leerlingen hun kennis testen met een quiz. Bespreek de antwoorden na.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.