§ 3.2 Van stadstaat tot wereldrijk deel 3

Het Romeinse Rijk


3.2. Van stadstaat tot wereldrijk deel 3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk


3.2. Van stadstaat tot wereldrijk deel 3

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Tijd van Grieken en Romeinen, ca 3000 vC tot 500 nC
kenmerk: de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 2 - Slide

herhaling leerdoelen 3.2 
  • 6. Je weet dat Carthago de grote rivaal was van Rome en je kunt de Tweede Punische oorlog beschrijven. 
  • De Carthaagse generaal Hannibal trok met zijn olifanten de Alpen over en versloeg de Romeinen, maar uiteindelijk moest hij door gebrek aan manschappen en voorraden opgeven.

  • 7. Je kunt uitleggen hoe in het Romeinse Rijk legercommandanten, zoals Julius Caesar, konden uitgroeien tot personen met ook grote politieke macht.
  • Legercommandanten bleven steeds langer in functie en konden zo een goede band opbouwen met hun soldaten, die hem daardoor altijd steunden, ook omdat ze oorlogsbuit kregen. Caesar zelf werd door zijn veroveringen ook erg rijk en daardoor machtig.

Slide 3 - Slide

leerdoelen 3.2 deel 3
9. Je kunt de volgende gebouwen herkennen op een afbeelding en je weet wat hun functie was: amfitheater, theater, aquaduct, circus, het Pantheon in Rome.

NU volgt een aantekening

Slide 4 - Slide

Pantheon
Tempel voor alle Romeinse goden

Voorkant = Griekse zuilen
Achterkant = koepel 

(nu een katholieke kerk)

best bewaard gebleven gebouw uit Romeinse oudheid

Slide 5 - Slide

Pantheon (Romeinse tempel)

Slide 6 - Slide

Amfitheater
  • rond stadion
  • voorbeeld: colosseum 

  • In het colosseum werden gladiatoren spelen georganiseerd en misdadigers gestraft voor het vermaak van het volk.

Slide 7 - Slide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 8 - Slide

Aquaduct
Basiliek
Aquaduct

vervoert water bovenlangs

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Theater: half rond

Slide 12 - Slide

Circus (Maximus)
De Romeinen gingen naar het Circus om paardenraces te bekijken.

De bochten waren haarscherp en alles mocht!

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Video
Je krijgt nu een video te zien over de uitrusting van een Romeinse legionair (soldaat). Na afloop van de video krijg je vragen over de Latijnse namen van zijn uitrusting. Maak aantekeningen, doe het zo:
(kledingstuk/zwaard) = (Latijnse naam)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat is de Latijnse naam van de werpspeer?
A
Scutum
B
Focale
C
Gladius
D
Pilum

Slide 17 - Quiz

Wat is de Latijnse naam van het belangrijkste kledingstuk?
A
Caliga
B
Tunica
C
Paenula
D
Balteus

Slide 18 - Quiz

Wat is de Latijnse naam van het harnas?
A
Gladius
B
Maliën
C
Pugio
D
Lorica

Slide 19 - Quiz

Hoe zwaar was de gemiddelde uitrusting van een soldaat?
A
25 kilo
B
30 kilo
C
35 kilo
D
40 kilo

Slide 20 - Quiz

Waarom was de caliga bespijkerd?

Slide 21 - Open question

Wapens legionair

Pilum
Gladius
Pugio
Scutum (schild)

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Leren leerdoel 12 en 13 via lessonup

Slide 23 - Slide

Romeinse kunst

Slide 24 - Slide