H10 Rechtsvorm

H10 Rechtsvorm
https://www.youtube.com/watch?v=UTXXdnu5bOg
https://www.youtube.com/watch?v=UQEYne4N4nQ
 

1 / 40
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieBasisschoolGroep 1

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

H10 Rechtsvorm
https://www.youtube.com/watch?v=UTXXdnu5bOg
https://www.youtube.com/watch?v=UQEYne4N4nQ
 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H10 Rechtsvorm
https://www.youtube.com/watch?v=UTXXdnu5bOg
https://www.youtube.com/watch?v=UQEYne4N4nQ
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

H10 Rechtsvorm

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H10 Rechtsvorm

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H10 Rechtsvorm

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

H10 Rechtsvorm

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 10 Keuze Rechtsvorm
10.1 Natuurlijk persoon
10.2 Eenmanszaak
10.3 Vennootschap onder firma
10.4 Besloten vennootschap en naamloze vennootschap
10.5 Vereniging en stichting

Slide 7 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 10.1 Natuurlijk persoon
Leerdoelen:
Je kunt begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon omschrijven 

Slide 8 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

10.1 Je kunt de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon omschrijven 
Rechtsvorm: De juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. De regels liggen vast in wetboeken.

Natuurlijk persoon: Een mens die deelneemt aan het rechtsverkeer en daarbij rechten en verplichtingen heeft.

Rechtspersoon: Een organisatie die - net als een natuurlijk persoon - zelf rechten en verplichtingen heeft: Ze kan eigen bezittingen en schulden hebben.




 

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.1 Je kunt de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon omschrijven 
4 rechtsvormen voor commerciële organisaties:
- Eenmanszaak
- Vof (vennootschap onder firma)
- Bv (besloten vennootschap)
- Nv (naamloze vennootschap)

2 rechtsvormen voor niet-commerciële organisaties:
- Vereniging
- Stichting





 

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.1 Je kunt de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon omschrijven 

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.1 Je kunt de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon omschrijven 
Welke rechtsvorm? 2 vragen:
1) Wil je als eigenaar met je privévermogen aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming?
Ja? -->  eenmanszaak of vof
Nee? --> bv of nv

2) Welke belasting wil je betalen over de winst van de onderneming?
Inkomstenbelasting --> eenmanszaak of vof
Vennootschapsbelasting --> bv of nv






 

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 10.2 Eenmanszaak
Leerdoelen:
Je kunt:
  1. Het begrip eenmanszaak omschrijven
  2. Beschrijven hoe een eenmanszaak wordt opgericht
  3. Een aantal kenmerken noemen van een eenmanszaak
  4. Het begrip faillissement omschrijven

Slide 13 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

10.2 Je kunt het begrip eenmanszaak omschrijven
Eenmanszaak
Een eenmanszaak heeft slechts één eigenaar die:
- de leiding van het bedrijf heeft
- het eigen vermogen heeft ingebracht
- en verantwoordelijk is voor de schulden van de eenmanszaak.

Let op: een eenmanszaak kan (veel) werknemers in dienst hebben.

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.2 Je kunt het begrip eenmanszaak omschrijven
Oprichting eenmanszaak
Het is voldoende om je in te schrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK): dit is de enige oprichtingseis!

De KvK meldt je aan bij de belastingdienst.

Voor sommige branches zijn diploma’s of vergunningen vereist


Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.2 Je kunt een aantal kenmerken noemen van een eenmanszaak
Aansprakelijkheid
De eigenaar van de eenmanszaak is zowel met het ondernemingsvermogen als zijn privévermogen aansprakelijk voor de schulden; beide vermogens kunnen worden gebruikt om schulden van de onderneming te betalen.

--> Dus ook bijvoorbeeld de eigen woning/auto van de eigenaar kan op het spel staan/gebruikt worden om de schulden van de eenmanszaak af te betalen.



Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.2 Je kunt een aantal kenmerken noemen van een eenmanszaak
Belastingen: De eigenaar van een eenmanszaak betaalt inkomstenbelasting over de winst van zijn onderneming.
--> Hij heeft recht op fiscale ondernemersfaciliteiten, waardoor hij minder belasting betaalt.

Sociale zekerheid: De eigenaar van een eenmanszaak komt NIET in aanmerking voor een uitkering volgens de werknemersverzekeringen (bv WW).
--> Werknemers van een eenmanszaak komen wel in aanmerking.

Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.2 Je kunt het begrip faillissement omschrijven
Faillissement

Als een ondernemer niet meer in staat is de schulden te betalen, gaat de onderneming failliet. Een rechtbank/rechter spreekt dit faillissement uit.
 
--> Het faillissement wordt afgehandeld door een curator.
Deze verkoopt alle bezittingen van de onderneming en met de opbrengst worden de leningen aan de vreemd vermogenschaffers zoveel als mogelijk afgelost/terugbetaald.

Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 10.3 Vennootschap onder firma (VoF)
Leerdoelen:
Je kunt:
  1. Het begrip vennootschap onder firma omschrijven
  2. Beschrijven hoe een vennootschap onder firma wordt opgericht
  3. Een aantal kenmerken van een vennootschap onder firma noemen

Slide 19 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

10.3 Je kunt het begrip vennootschap onder firma omschrijven
Vennootschap onder firma: Een organisatie waarin twee of meer personen zijn overeengekomen onder een gemeenschappelijke naam een bedrijf uit te oefenen.

Hoofdelijke aansprakelijkheid: Een schuldeiser van een vof kan elke vennoot aansprakelijk stellen voor het volledige bedrag van de schuld.



Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.3 Je kunt het begrip vennootschap onder firma omschrijven
Voordelen vof:
- Specialisatie is mogelijk.
- Ruimere mogelijkheden op het gebied van financiering.
- De continuïteit van een vof is beter gewaarborgd.

Winstverdeling: Vennoten kunnen afspraken maken, hoe de winst te verdelen. Zonder afspraken is het vaak naar evenredigheid van ingebracht vermogen.





Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 10.4 besloten vennootschap en naamloze vennootschap
Leerdoelen:
Je kunt:
- De besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
- Beschrijven hoe een bv en een nv worden opgericht
- Een aantal kenmerken van een bv en een nv noemen

Slide 22 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
Bv/nv: Vennootschappen waarvan het eigen vermogen verdeeld is in aandelen.

Aandeel: Een deel van het eigen vermogen in de bv of de nv.

Aansprakelijkheid: De aandeelhouders kunnen NIET privé worden aangesproken bij een faillissement, hierdoor is het risico beperkt.

Slide 23 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
Oprichting: Kan alleen via een notariële akte. Deze akte moet worden ingeschreven bij de KvK. In de akte staan onder andere de statuten van de vennootschap.

Voor een bv geldt een minimum gestort kapitaal van € 0,01; voor een nv van € 45.000.

Slide 24 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
Publicatieplicht: Eenmaal per jaar moeten bv’s en nv’s hun financiële situatie openbaar maken, door hun jaarrekening (Balans, W&V, plus toelichting op beide) te deponeren bij de KvK

Slide 25 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
Aandelen op naam
Aandelen in een bv staan altijd op naam. In een register wordt bijgehouden wie hoeveel aan vermogen heeft ingebracht.

Aandelen aan toonder
Anonieme aandelen uitgegeven door een nv. Degene die het aandeel heeft, wordt geacht eigenaar te zijn.


Slide 26 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven

Slide 27 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
Er zijn 3 belangrijke bestuursorganen binnen een bv en nv:
AVA: De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) is het hoogste orgaan en kan belangrijke besluiten nemen.

Directie/Raad van Bestuur heeft de dagelijkse leiding in de bv en nv. Zij houdt zich bezig met vaststellen en uitvoeren van het beleid.

De Raad van Commissarissen (RVC) houdt toezicht op de werkzaamheden van de directie en voorziet de directie ook van advies.



Slide 28 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.4 Je kunt besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv) omschrijven
Zeggenschap: bij een bv is de directeur ook vaak aandeelhouder.

Uitkeringstoets: Als bestuur en aandeelhouders wisten of konden weten dat een winstuitkering zou leiden tot het niet meer kunnen betalen van de schulden van een bv moeten ze het tekort dat daardoor is ontstaan aanvullen.




Slide 29 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

H10 Je kunt de rechtsvorm omschrijven

Slide 30 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

H10 Je kunt de rechtsvorm omschrijven - CSE vraag
Jaap de Waard en zijn dochter Ineke starten samen per 1 april 2022 de onderneming De Baddertobbe. De Baddertobbe verhuurt mobiele hottubs (verwarmde bubbelbaden voor buiten) inclusief aanhangwagen. Het was Ineke opgevallen dat vooral jongeren hiervoor veel belangstelling hebben en een mobiele hottub graag mee op vakantie willen nemen. De Baddertobbe waarvan Jaap en Ineke de eigenaren zijn, is geen rechtspersoon.

Vraag: Van welke ondernemingsvorm is er sprake bij de oprichting van De Baddertobbe? Motiveer het antwoord met twee argumenten.

Slide 31 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

H10 Je kunt de rechtsvorm omschrijven

Slide 32 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

H10 Je kunt de rechtsvorm omschrijven - CSE vraag
Annemiek en haar zakenpartner Rianna hebben een relatie-bemiddelingsbureau: Only1 vof. Annemiek vertelt haar zakenpartner Rianna, dat ze in de maand februari 2021 met haar levenspartner Nick wil gaan trouwen. Om de kosten van de notaris te voorkomen, trouwt Annemiek het liefst in wettelijke (beperkte) gemeenschap van goederen, maar Nick is bang dat er dan een kans bestaat dat hij in dat geval ook opdraait voor de schulden van Only1.
Vraag: Met welke aanpassing van de rechtsvorm van Only1 kunnen de zorgen van Nick worden weggenomen? Motiveer het antwoord.


Slide 33 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

H10 Je kunt de rechtsvorm omschrijven

Slide 34 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

H10 Je kunt de rechtsvorm omschrijven

Slide 35 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 10.5 vereniging en stichting
Leerdoelen:
Je kunt de vereniging en stichting omschrijven en kenmerken van allebei noemen



Slide 36 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

10.5 Je kunt de vereniging en stichting omschrijven en kenmerken van allebei noemen

Vereniging: Een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen die een bepaald doel willen verwezenlijken.

Stichting: Een rechtspersoon zonder leden die met behulp van een vermogen een bepaald doel wil bereiken, een liefdadigheidsdoel of een bepaald ideaal.





Slide 37 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.5 Je kunt de vereniging en stichting omschrijven en kenmerken van allebei noemen

De vereniging wordt opgericht via een notariële akte met de statuten en inschrijving in het Handelsregister. De vereniging is een rechtspersoon.

Algemene ledenvergadering: De hoogste macht binnen de vereniging, deze benoemt de bestuursleden.

Bestuur: geeft leiding aan de vereniging en vertegenwoordigt en deze naar buiten toe.


Slide 38 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.5 Je kunt de vereniging en stichting omschrijven en kenmerken van allebei noemen

Inkomsten: Belangrijk(st)e bron zijn de contributies van de leden.
Andere inkomstenbronnen: sponsorgeld van bedrijven, subsidies van de overheid



Slide 39 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

10.5 Je kunt de vereniging en stichting omschrijven en kenmerken van allebei noemen

De stichting wordt opgericht bij notariële akte met daarin de statuten van de stichting en registratie bij de Kamer van Koophandel. --> de stichting is een rechtspersoon.

Bestuur: houdt zich bezig met het realiseren van de doelstellingen en vertegenwoordigt naar buiten toe de stichting.





Slide 40 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.