Deviant Via Vervolg Thema 3 Hoofdstuk 2 Spelling en Grammatica VD HWW KoFSCHiP WWG

Thema 3
Hoofdstuk 2
Grammatica en spelling
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 3
Hoofdstuk 2
Grammatica en spelling

Slide 1 - Slide

Thema 3 Hoofdstuk 2 Spelling en Grammatica
In dit hoofdstuk leer je de volgende begrippen:
- zinsdelen
- de persoonsvorm
- het onderwerp
- het voltooid deelwoord
- een hulpwerkwoord
- het werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Slide

Doel 
Je leert wat de voltooide tijd is

Slide 3 - Slide

Het voltooid deelwoord 
- Het werkwoord staat in de voltooide tijd -> het is gebeurd.
- Bij de voltooide tijd hoort een voltooid deelwoord.

- Het voltooid deelwoord begint met : ge-, ver-, her-,er-, be-,ont-.
- Het voltooid deelwoord eindigt met : -d, -t, en.
- Het voltooid deelwoord eindigt nooit met dt.


Slide 4 - Slide

Voorbeeld:
Ik heb de kooi van de vogel verduisterd.
T.T.
V.T.
Voltooide tijd
ik verduister
ik verduisterde
ik heb verduisterd

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:
Ik heb nieuwe goudvissen gekocht.
T.T.
V.T.
Voltooide tijd
ik 
ik 
ik 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld:
Ik heb nieuwe goudvissen gekocht.
T.T.
V.T.
Voltooide tijd
ik koop
ik kocht
ik heb gekocht

Slide 7 - Slide

opdracht 8
maak opdracht 8 pag. 219

1 - 2 minuten

samen nakijken

Slide 8 - Slide

opdracht 8
a. In Arnhem is een nieuw aquarium geopend.

geopend is het voltooid deelwoord.

Slide 9 - Slide

opdracht 8
b. De vogel is in de motor van het vliegtuig gevlogen.

gevlogen is het voltooid deelwoord.

Slide 10 - Slide

opdracht 8
c. Ik ben vergeten om mijn hond uit te laten.

vergeten is het voltooid deelwoord.

Slide 11 - Slide

opdracht 8
d. De stroper is opgepakt in de jungle.

opgepakt is het voltooid deelwoord.

Slide 12 - Slide

opdracht 8
e. Hij heeft bekend dat hij bang is voor haaien.

bekend is het voltooid deelwoord.

Slide 13 - Slide

Doel 
Je leert wat het hulpwerkwoord is

Slide 14 - Slide

Hulpwerkwoord
- In elke zin staat minimaal werkwoord.
- Het belangrijkste werkwoord is de persoonsvorm.
- De persoonsvorm kan een hulpwerkwoord zijn.
- Een hulpwerkwoord helpt een ander werkwoord in de zin

- Een voltooid deelwoord staat altijd met een hulpwerkwoord in een zin.

Slide 15 - Slide

Hulpwerkwoord
Veel voorkomende hulpwerkwoorden zijn:
- hebben                                       - zijn
- worden                                       - kunnen
- mogen                                        - zullen
- willen                                          -  moeten

Slide 16 - Slide

Voorbeeld:
Ik ben naar de dierentuin geweest.

Hulpwerkwoord : ben
Voltooid deelwoord : geweest

Slide 17 - Slide

Voorbeeld:
Het muisje is in de val gelopen.

Hulpwerkwoord : 
Voltooid deelwoord : 

Slide 18 - Slide

Voorbeeld:
Het muisje is in de val gelopen.

Hulpwerkwoord : is
Voltooid deelwoord : gelopen

Slide 19 - Slide

Voorbeeld:
Hij heeft besloten dat hij meegaat op kamp.

Hulpwerkwoord : 
Voltooid deelwoord : 

Slide 20 - Slide

Voorbeeld:
Hij heeft besloten dat hij meegaat op kamp.

Hulpwerkwoord : heeft
Voltooid deelwoord : besloten

Slide 21 - Slide

opdracht 9:
maak opdracht 9

Slide 22 - Slide

Het voltooid deelwoord 
Om te weten hoe je een voltooid deelwoord schrijft moet je weten of het werkwoord sterk of zwak is.

Zwakke werkwoorden:
- In verleden tijd de(n), voltooid deelwoord eindigt op een d.
- In verleden tijd te(n), voltooid deelwoord eindigt op een t.

Slide 23 - Slide

Het voltooid deelwoord 
opdracht 10 pag 221

Slide 24 - Slide

Het voltooid deelwoord 
opdracht 10 pag 221
pakken - ik pakte - ik heb gepakt
tobben - tobde - getopd
missen - miste - gemist
vullen - vulde - gevuld
stappen - stapte - gestapt
verdelen - verdeelde - verdeeld

Slide 25 - Slide

'TaXi KoFSCHi
Stap 1  : Hele werkwoord - en
Stap 2 : Is de laatste letter uit TaXi KoFSCHi- dan t achter stam
Stap 3 : Is de laatste letter niet uit TaXi KoFSCHiP - dan d achter stam

Slide 26 - Slide

Doel 
Je leert wat het voltooid deelwoord is

Slide 27 - Slide

TaXi KoFSCHiP
Draven
Stap 1  : Draven -en
Stap 2 : Drav          v niet uit TaXi KoFSCHiP - dus d
Stap 3 : Ik draafd
                 Wij draafden
                 Ik heb gedraafd

Slide 28 - Slide

Het voltooid deelwoord 
Om te weten hoe je een voltooid deelwoord schrijft moet je weten of het werkwoord sterk of zwak is.

Sterke werkwoorden:
- Voor sterke werkwoorden in de voltooide tijd is geen schema.
- Deze werkwoorden moet je oefenen totdat je ze uit je hoofd                                                                                                                                 weet.

Slide 29 - Slide

Het voltooid deelwoord 
Voorbeeld:


Hele werkwoord
Verleden tijd
Voltooide tijd
ruiken
ik rook
ik heb geroken
sluipen
ik sloop
ik 

Slide 30 - Slide

Het voltooid deelwoord 
Voorbeeld:


Hele werkwoord
Verleden tijd
Voltooide tijd
ruiken
ik rook
ik heb geroken
sluipen
ik sloop
ik heb geslopen
stinken
ik stonk
ik heb gestonken

Slide 31 - Slide

Het voltooid deelwoord 
maak opdracht 12 en opdracht 13

Slide 32 - Slide

Het voltooid deelwoord 
vandaag doorgenomen:

- voltooid deelwoord
- hulpwerkwoord
- schrijfwijze voltooid deelwoord

Slide 33 - Slide

Het voltooid deelwoord 
vandaag doorgenomen:

Hebben konijnen altijd veel voor je .............. (betekenen)?

- voltooid deelwoord
- hulpwerkwoord
- schrijfwijze voltooid deelwoord

Slide 34 - Slide

Het voltooid deelwoord 
vandaag doorgenomen:

Hebben konijnen altijd veel voor je .............. (betekenen)?

- voltooid deelwoord                                 betekend/ betekent
- hulpwerkwoord
- schrijfwijze voltooid deelwoord

Slide 35 - Slide

Het voltooid deelwoord 
vandaag doorgenomen:

Hebben konijnen altijd veel voor je .............. (betekenen)?

- voltooid deelwoord                                 betekend/ betekent
- hulpwerkwoord                                         hebben
- schrijfwijze voltooid deelwoord

Slide 36 - Slide

Het voltooid deelwoord 
vandaag doorgenomen:

Hebben konijnen altijd veel voor je .............. (betekenen)?

- voltooid deelwoord                                 betekend/ betekent
- hulpwerkwoord                                         hebben
- schrijfwijze voltooid deelwoord        betekend

Slide 37 - Slide

Doel 
Je leert wat het werkwoordelijk gezegde is

Slide 38 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde
- Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit de zin

- Het werkwoordelijk gezegde kan uit één of meer werkwoorden bestaan

Slide 39 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde
Voorbeeld:

Wij genieten in het bos van een heerlijke wandeling.

werkwoordelijk gezegde: genieten

Slide 40 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde
Voorbeeld:

Wij hebben in het bos van een heerlijke wandeling genoten.

werkwoordelijk gezegde: hebben genoten

Slide 41 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde
Voorbeeld:

Zullen wij in het bos van een heerlijke wandeling gaan                                                                                                                                        genieten?

werkwoordelijk gezegde: 

Slide 42 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde
Voorbeeld:

Zullen wij in het bos van een heerlijke wandeling gaan                                                                                                                                     genieten?

werkwoordelijk gezegde: zullen gaan genieten

Slide 43 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde
Voorbeeld:

Zullen wij in het bos van een heerlijke wandeling gaan                                                                                                                                     genieten?

werkwoordelijk gezegde: zullen gaan genieten

Slide 44 - Slide