HV4 Semana 40

Jueves 07 de Octubre de 2021
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Jueves 07 de Octubre de 2021

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 
Aan het einde van deze les kan je:
 Capítulo 2 tema: 
LUGARES

Vocabulario sobre el tema.
Conocer lugares emblemáticos 
en Sudamérica y España. 
Usar el indefinido para relatar hechos.

Slide 2 - Slide

Capítulo 2: Lugares
Averigua el significado de las siguientes palabras: 
Portero automático, apartamento, ático, plaza de toros, tejado, chalé independiente, balcón, estadio de fútbol, teatro de la ópera.
Termina y presenta tu proyecto. Vergeet niet om je reflectie op het gekozen personage te plaatsen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

la sagrada familia - Barcelona
el caminito del rey - Málaga
la plaza mayor - Madrid
la mezquita - Córdoba
el abanico - España
el acueducto - Segovia

Slide 5 - Drag question

Machu Picchu. Cultura Inca. Cuzco - Perú
Chichen itzá. Cultura Maya. México
Estatuas Moai. Chile.
Los glaciares Argentina

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

¿Wat heb je geleerd vandaag?
¿Vond je het leuk?

Slide 16 - Open question

Verbind met elkaar
ESTAR
SER
Je gebruik ... om de naam, beroep, nationaliteit en herkomst aan te geven; om te zeggen welke dag en tijd het is; evenementen; kleuren; blijvende kenmerken, eigenschappen. 
Je gebruikt ... om een tijdelijke toestand te beschrijven; om te zeggen waar iets of iemand zich bevindt; om eten te beoordelen.

Slide 17 - Drag question

Verbind met elkaar
DONDE
QUE

Het meest gebruikte betrekkelijk voornaamwoord is..., en je kunt het gebruiken voor zowel personen als zaken. 
Voor plaatsen gebruik je altijd...

Slide 18 - Drag question

Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.
Un vegetariano es una persona ... no come carne.
A
qué
B
donde
C
dónde
D
que

Slide 19 - Quiz

Una farmacia es un lugar ... podemos comprar medicinas.
A
no sé
B
donde
C
qué
D
que

Slide 20 - Quiz

Argentina es el país... nació Maradona.
A
dónde
B
que
C
donde
D
no sé

Slide 21 - Quiz

gustan
gusta
encanta
encantan
Me ------- los perros más que los gatos.
Nos ------ caminar por la playa.
Me --------- mucho los paseos en bicicleta.
A ellos les  ------ los paseos en bicicleta.
No me ---------- mucho esquiar.

Slide 22 - Drag question

¿Qué has aprendido hoy en clase?

Slide 23 - Mind map