Thema 2 en Thema 3 - Voortplanting + Erfelijkheid en evolutie
1 / 42
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Welk orgaan produceren zaadcellen
A
Teelbal
B
Bijbal
C
Prostaat
D
Zaadblaasjes
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Waar vindt de bevruchting van een eicel plaats?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Vagina
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Meiose maakt geslachtscellen.
Hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel van een mens?
Hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel van een mens?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Een gen bestaat uit twee verschillende ....
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Het genotype verandert ...
A
Nooit
B
Altijd
C
Nooit behalve bij een mutatie
D
Altijd en tijdens mutaties
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Iemand heeft de volgende allelen voor krullend haar:
Aa
Aa
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Een intermediair fenotype ontstaat alleen als beide allelen ...... zijn
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
F1 zijn de kinderen van?
A
Gen F2
B
Gen P
C
Geslachtscellen
D
F1
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Zorgt voor exact hetzelfde DNA en dus genotype en fenotype
Zorgt voor veel variatie in DNA en dus genotype en fenotype
Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 39 - Drag question
Slide 40 - Slide
Een mutatie wordt doorgegeven aan je kind. In welke cellen zat deze mutatie
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
