This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 1
Tijd: Jaren, maanden, weken
Slide 1 - Slide
Dit leer je in dit hoofdstuk
1. Je kunt de maanden van het jaar opnoemen.
2. Je kunt opnoemen hoeveel dagen er in elke maand zitten.
3. Je kunt opnoemen hoeveel dagen er in een jaar en in een kwartaal zitten.
4. Je kunt de kwartalen opnoemen.
5. Je kunt de seizoenen opnoemen.
Slide 2 - Slide
Waar denk jij aan bij het woord 'tijd'?
Schrijf dit op bij in het woordweb. opdracht. 1
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Is tijd door de mens gemaakt?
Slide 5 - Open question
Is tijd door de mens gemaakt?
Tijd is niet iets dat mensen echt hebben gemaakt.
Het is er altijd al geweest.
Mensen (boeren) keken goed naar de natuur: naar de zon, de maan, het weer, en hoe de planten groeiden.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Waarom bedachten mensen de tijd?
1. Om te weten wat en wanneer iets gebeurt.
2. Om afspraken te maken.
3. Voor feesten en rituelen.
Slide 8 - Slide
Wat heb je nodig om duidelijke afspraken te maken?
Slide 9 - Slide
Kalender
Later, in oude landen zoals Egypte, China en Babylonië, gingen mensen kalenders maken om precies te weten wanneer ze moesten planten en oogsten. Dat hielp hen om genoeg eten te hebben.
Slide 10 - Slide
Kalender
Maya's
Slide 11 - Slide
Julius Caesar een kleine man met grote uitvindingen.
I love myself (L)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
De kalander
Tijd helpt je om de dag te plannen, afspraken maken en hoe de wereld om ons heen veranderd.
Slide 14 - Slide
Kortom:
1. Tijd is wat er voor zorgt dat dingen niet allemaal tegelijk gebeuren.
2. Tijd helpt om afspraken met elkaar te kunnen maken.
3.Tijd gebruiken we om iets te meten hoe lang iets duurt of hoelang geleden iets is gebeurd.