Weer en klimaat - klimaten

Weer en klimaat - de klimaten
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Weer en klimaat - de klimaten

Slide 1 - Slide

De ik-zit-en-begin-gelijk-vraag
Wat: Heb je de stof van de vorige les goed begrepen?

Hoe: 
  • Werk alleen, dus zonder te praten en kijk niet bij je buur
  •  Op je wisbordje: zijn de stellingen juist of onjuist? Houd je bordje pas omhoog als de docent het zegt

Deel A: Welke uitspraak is juist?
A. Weer gaat over de situatie voor een paar uur of dagen in een gebied; klimaat beschrijft  het ‘gemiddelde weer’ in een gebied over een periode van minstens 30 jaar.
B. Het klimaat is altijd hetzelfde op aarde; weer verandert van dag tot dag.
C. Het weer is alleen temperatuur en neerslag; klimaat beschrijft alle weerelementen.
D. Als het in de zomer vaker regent dan normaal, zegt dat iets over het klimaat, niet over het weer.

Deel B: Geef bij uitspraak A, B, C of D kort aan waarom dit wel of niet klopt.


timer
4:00

Slide 2 - Slide

Programma
1. Check: weten we het nog?  (5 min)
2. Wat gaan we deze les leren? - de leerdoelen (2 min)
3. Opdracht: herkennen we het Nederlandse klimaat? (5 min)
4. Uitleg: het Nederlandse klimaat (8 min)
5. Opdracht: herkennen we de klimaten? (15 min)
6. Uitleg: de belangrijkste klimaten en hun kenmerken (10 min)
6. Check: herkennen we de klimaten? (5 min)
8. Afronding - hoe hebben we gewerkt en wat hebben we geleerd? (10 min)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Focusvraag:
Kun je het Nederlandse klimaat beschrijven en herkennen en kun je de andere 5 belangrijkste klimaten op aarde ook beschrijven en herkennen?

Aan het eind van deze les kun je:
1. het klimaat van Nederland + de kenmerken van dit klimaat noemen;
2. het Nederlandse klimaat herkennen op een afbeelding;
3. de vijf andere hoofdklimaten van de wereld = hun kenmerken noemen;
4. de vijf andere hoofdklimaten van de wereld herkennen op een afbeelding.



Slide 4 - Slide

Opdracht: het Nederlandse klimaat
Wat: herken jij het klimaat van Nederland?

Hoe: 
  • Werk in tweetallen
  • Bekijk de afbeeldingen
  • Welke afbeelding laat het Nederlandse klimaat zien + hoe heet dit klimaat?
  • Klaar: laat jullie antwoord checken door de docent.


Klaar? Zoek op internet naar kenmerken van dit Nederlandse klimaat.


    Hulp: duo + internet

    timer
    5:00

    Slide 5 - Slide

    Het klimaat 
    De vorige les ging over het weer.
    Het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar noemen we het klimaat.

    Bij het klimaat zijn alleen de weerelementen 
    temperatuur en neerslag belangrijk.
    We kijken naar de temperatuur in de zomer en winter én 
    we kijken naar de neerslag in de zomer en de winter.

    Er zijn veel verschillende klimaten op de wereld.
    Jullie gaan de 6 belangrijkste klimaten leren.

    Slide 6 - Slide

    Het klimaat van Nederland
    Het is je vast wel opgevallen:
    In Nederland is het in de zomer niet super warm en in de winter niet super koud.
    En het maakt niet uit welk seizoen het is, het kan altijd regenen.

    Nederland heeft een gematigd zeeklimaat.
    Kenmerken:
    •  Koele zomers 
    •  Zachte winters
    •  Het hele jaar door neerslag

    Het klimaat bepaald welke planten en bomen ergens kunnen groeien.
    Dit noemen we vegetatie.
    In Nederland bestaat de vegetatie uit loofbomen (= bomen met blad).

    Slide 7 - Slide

    Opdracht: herken de klimaten
    Wat: herken jij de klimaten?

    Hoe: 
    • Werk in tweetallen
    • Bekijk de afbeeldingen
    • Leg bij iedere afbeelding de naam van het juiste klimaat
    • Klaar: laat jullie antwoorden checken door de docent.


    Klaar? Zoek op internet naar kenmerken van de 5 nieuwe klimaten en noteer deze in je schrift.


      Hulp: duo + internet

      timer
      12:00

      Slide 8 - Slide

      Tropisch regenwoudklimaat
      Waar: rond de Evenaar

      Kenmerken:
      •  Altijd heel erg warm (de temperatuur zakt nooit onder de 18 graden)
      •  Heel veel neerslag (iedere dag valt er neerslag)

      Vegetatie: heel veel bomen en struiken met blad

      Slide 9 - Slide

      Steppe en woestijnklimaat

      Waar: op plekken waar weinig neerslag valt.

      Kenmerken:
      • Er valt heel weinig of zelf bijna geen neerslag

      Vegetatie: kleine, droge struiken, cactussen of niets.

      Slide 10 - Slide

      Middellands zeeklimaat
      Waar: (vooral) rondom de Middellandse Zee

      Kenmerken:
      •  Warme zomers
      •  Zachte winters
      •  Neerslag valt (bijna) alleen in de winter

      Vegetatie: olijfbomen, kurkeiken, citrusbomen, dichte struiken -> 
      bomen en planten die goed tegen warmte en droogte kunnen.

      Slide 11 - Slide

      Landklimaat

      Waar: in gebieden die ver van zee liggen

      Kenmerken:
      •  Heel erg warm in de zomer 
      •  Heel erg koud in de winter
      •  (Het verschil tussen zomer en wintertemperatuur is dus enorm!)

      Vegetatie: naaldbomen

      Slide 12 - Slide

      Toendraklimaat
      Waar: in de buurt van Poolcirkels

      Kenmerken:
      •  Koud in zomer en winter
      •  In de zomer komt de temperatuur net boven de 0 graden,  maar warmer dan 
      10 graden wordt het nooit.
      •  In de winter is de bodem bevroren, in de zomer ontdooit het bovenste
      laagje van de bodem.

      Vegetatie: mos

      Slide 13 - Slide

      Check: hebben we het begrepen?
      Wat: bekijk de afbeeldingen op de volgende dia's. Schrijf bij elke afbeelding op welk klimaat je ziet.

      Hoe: 
      • werk alleen en praat dus helemaal niet!
      • laat anderen niet op je bordje kijken.
      • houd je antwoord pas omhoog als de docent dit zegt.


      Hulp: Geen!

      timer
      5:00

      Slide 14 - Slide

      Check: hebben we het begrepen?
      Wat: welk klimaat zie je op de afbeelding? Noteer het klimaat op je wisbordje.



      Slide 15 - Slide

      Check: hebben we het begrepen?
      Wat: welk klimaat zie je op de afbeelding? Noteer het klimaat op je wisbordje.



      Slide 16 - Slide

      Check: hebben we het begrepen?
      Wat: welk klimaat zie je op de afbeelding? Noteer het klimaat op je wisbordje.



      Slide 17 - Slide

      Check: hebben we het begrepen?
      Wat: welk klimaat zie je op de afbeelding? Noteer het klimaat op je wisbordje.



      Slide 18 - Slide

      Check: hebben we het begrepen?
      Wat: welk klimaat zie je op de afbeelding? Noteer het klimaat op je wisbordje.



      Slide 19 - Slide

      Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
      Reflectie:
      Hoe hebben jij gewerkt?
      Hoe heeft de klas gewerkt?
      Hoe deed de juf het?

      Leerdoelen:
      1. het klimaat van Nederland + de kenmerken van dit klimaat noemen;
      2. het Nederlandse klimaat herkennen op een afbeelding;
      3. de vijf andere hoofdklimaten van de wereld = hun kenmerken noemen;
      4. de vijf andere hoofdklimaten van de wereld herkennen op een afbeelding.

      Check: hebben we (juist) geleerd?
      Schrijf je naam op de post-it en beantwoord de examenvraag op de laatst dia!


      Slide 20 - Slide

      Afsluiting: hebben we (juist) geleerd?
      Check: hebben we (juist) geleerd?
      Schrijf je naam op de post-it en beantwoord de examenvraag.
      Werk alleen: dus praat niet en kijk niet bij je buur.




      Slide 21 - Slide