provinciale staten en waterschapsverkiezingen

Lesplanning 
- lezen 
- nakijken huiswerk (les 20: 1 t/m 3)
- uitleg over provinciale staten verkiezingen en waterschapsverkiezingen 
- zelfstandig opdrachten maken 



timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesplanning 
- lezen 
- nakijken huiswerk (les 20: 1 t/m 3)
- uitleg over provinciale staten verkiezingen en waterschapsverkiezingen 
- zelfstandig opdrachten maken 



timer
10:00

Slide 1 - Slide

Opdracht 1
a Persoonsvorm: zag. De zin staat in de verleden tijd. Het onderwerp is enkelvoud.
b Persoonsvorm: valt. De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp is enkelvoud.
c Persoonsvorm: moeten. De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp is meervoud.
d Persoonsvorm: werd. De zin staat in de verleden tijd. Het onderwerp is enkelvoud.
e Persoonsvorm: verlaagt. De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp is enkelvoud.
f Persoonsvorm: hebben. De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp is meervoud.
g Persoonsvorm: doe. De zin staat in de tegenwoordige tijd. Het onderwerp is enkelvoud.
h Persoonsvorm: verpestte. De zin staat in de verleden tijd. Het onderwerp is enkelvoud. 

Slide 2 - Slide

Opdracht 2
 vetgedrukt = persoonsvorm
a In deze gemeente / rijdt / de helft van de bewoners / in een Volvo.
b Zestig journalisten uit twaalf landen / onderzochten / maandenlang / het Europese voetbal.
c In totaal / bevat / dit pakket / twee kilo kaas.
d De Grieken / zijn / erg goed / in groenteschotels.
e De populaire animatieserie Buurman en Buurman / viert / haar veertigste verjaardag.
f De Nederlandse estafetteploeg / heeft / in Canada / zilver / gewonnen.
g In Brazilië / graven / rovers / een tunnel van 600 meter naar de bank.
h Via een oproep op Facebook / hebben / we / onze vermiste kat / teruggevonden. 

Slide 3 - Slide

Opdracht 3 
Bijvoorbeeld:

 
a Ik heb geen idee!
b Ga allemaal aan de kant!
c Ik wil twee koffie en een cola, alstublieft. 

Slide 4 - Slide

provinciale staten en waterschaps-verkiezingen 

Slide 5 - Slide

Aan het einde van de les .....
- kan je uitleggen wat de provinciale staten verkiezingen zijn. 
- kan je uitleggen wat de waterschapsverkiezingen zijn. 
- kan je benoemen wat de provinciale staten doen. 
- kan je benoemen wat de waterschappen doen. 

Slide 6 - Slide

Waar denk je aan bij de provinciale staten verkiezingen/waterschapsverkiezingen?

Slide 7 - Open question

Kijkvragen 
1. Om de hoeveel jaar zijn de provinciale staten verkiezingen 
2. Waar of niet waar?: De provinciale staten kiezen de leden van de Tweede Kamer 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Om de hoeveel jaar zijn ze provinciale staten verkiezingen
A
5
B
6
C
4
D
8

Slide 10 - Quiz

De provinciale staten kiezen de leden van de Tweede Kamer
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

kijkvragen 
1. Nederland heeft ....... waterschappen. 
2. Waar of niet waar?: Bij de waterschappen doen veel lokale partijen mee

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

In Nederland zijn ...... waterschappen
A
12
B
10
C
21
D
14

Slide 14 - Quiz

Bij de waterschappen doen veel lokale partijen mee?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Waterschap
Provincie 
Bepalen waar er een nieuwe wijk gebouwd wordt 
Kiezen leden Eerste Kamer 
Het strand sluiten als het water slecht is 
Dijken verstevigen 
aanleggen fietspaden 
Het openbaar vervoer verzorgen 
Schoon drinkwater 

Slide 16 - Drag question

Ik weet nu wat Provinciale Staten en het Waterschap doen voor Nederland.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Oefenblad grammatica 
Pak het oefenblad en ga hiermee aan de slag. 
Je mag samenwerken 

Slide 18 - Slide