Hoofdstuk 15.1 Tijd

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Lijnen en figuren

Rekenen Deviant.

1F deel B

Hoofdstuk 12

H15 Tijd en temperatuur

Tijd 

Planning van de les

- Introductievraag 

- Lesdoelen bespreken

- Instructie klok kijken

- Verwerking

- Afsluiting

Waar denk je aan bij het woord 'Tijd'?

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet ik:

• de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)
  
• hoe ik de tijd kan lezen op een analoge klok.
  
• hoe ik de tijd kan lezen op een digitale klok.
  
• hoe een 24-uurs klok werkt.
  
• wat de begrippen: eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand en week betekenen.
  

Klokkijken

1. Analoge klok

Hoe zat het ook alweer?

Een analoge klok is een klok met

een grote en een kleine wijzer.

De grote wijzer geeft de minuten aan,

de kleine wijzer geeft de uren aan.

Voorbeeld

De grote wijzer wijst naar de 12, de kleine wijzer wijst naar de 2.

Het is hier 2 uur.

Hoe laat is het?

1. twaalf uur
2. vier uur

Hoe laat is het?

1. half twaalf
2. half zes

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.

kwart voor drie

kwart voor twee

kwart over drie.

kwart voor zes.

kwart voor acht

kwart over negen

kwart voor twaalf.

Kwart over vijf

2. Digitale klok

Hoe zat het ook alweer?

Een digitale klok geeft met cijfers op een scherm

aan hoe laat het is. Dit tijdstip noemen we de

digitale tijd. 

Hoe laat is het?

1. 10 voor 11
2. 5 over 10

Hoe laat is het?

1. 5 over 4
2. 5 over 2

De foto van deze klok is gemaakt
in de:

1. nacht
2. ochtend
3. middag
4. avond

De foto van deze klok is gemaakt
in de:

1. nacht
2. ochtend
3. middag
4. avond

0

Datum & Kalender

Een eeuw is hoeveel jaar?

Een eeuw

Hoort 1979 bij de 19de of de 20ste eeuw?

1. 19de eeuw
2. 20ste eeuw

Hoort 2018 bij de 20ste of 21ste eeuw?

1. 20ste eeuw
2. 21ste eeuw

Een jaar

0

Hoeveel weken heeft een jaar?

1. 12
2. 52
3. 365
4. 366

Hoeveel dagen heeft
een schrikkeljaar?

1. 12
2. 52
3. 365
4. 366

Een maand

Uit hoeveel dagen bestaat
de maand mei?

1. 28
2. 29
3. 30
4. 31

Welke maand heeft 30 dagen?

1. Februari
2. Augustus
3. November

Je hebt nu geleerd over:

• de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)  
  
• tijd lezen op een analoge klok. 
  
• tijd lezen op een digitale klok. 
  
• Je weet hoe een 24-uurs klok werkt. 
  
• eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand, week.
  

Aan de slag!

Hoe?	Zelfstandig of in tweetallen (Fluisterend) Ik loop rond voor vragen
Blz.	Hoofdstuk 15.1 begint op blz. 87
Opdr.	1 t/m 11 Er moet een berekening bij.
Klaar?	Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort.