13 id oorlog, afl. 3, NSB

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

13 in de oorlog, aflevering 3.

Video

Op de volgende pagina  vind je aflevering 3 van 13 in de oorlog.

Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.

Succes!

03:44

Hoe heet de leider van de NSB?

1. Adolf Hitler
2. Anton Mussert
3. Vladimir Poetin
4. Kim Jong-un

00:21

Zoek op je Chromebook wat de afkorting NSB betekent.
Wat betekent NSB?

06:17

De vlag van de Nazi's en de vlag van de NSB lijken erg op elkaar. Allebei de vlaggen hebben de kleuren zwart en rood.
Wat is de betekenis van die kleuren?
Schrijf het zo op: Zwart = ........ Rood =............

07:24

Hoe heet de jeugdafdeling van de NSB?

1. Hitler Jugend
2. Junior NSB
3. Bliksem jeugd
4. Jeugdstorm

13 in de oorlog, NSB -2

Op de volgende bladzijde staat het vervolg van aflevering 3 van 13 in de oorlog.

Succes!!

01:29

Waarom werden alle NSB-ers opgepakt?

02:12

Door wie werden de binnentrekkende Duitse soldaten enthousiast toegejuicht?

1. Alle Nederlanders
2. De Russen
3. De NSB-ers
4. Koningin Wilhelmina

03:47

Welke twee onschuldige klusjes deden de NSB-ers in het begin van de oorlog?

1. Krant verkopen Onderduikers verraden
2. Geld inzamelen Krant verkopen
3. Geld inzamelen Mensen oppakken
4. Huizen inpikken Onderduikers verraden

07:13

Uit welke landen kwamen de soldaten die aan land gingen in Normandië?

1. Amerika, Engeland, Canada
2. Nederland, Turkije, Marokko
3. Duitsland, Polen, Rusland
4. Zuid-Amerika, China, japan

09:23

Op welke datum is Dolle Dinsdag?

1. 15 september 1955
2. 4 mei 1943
3. 5 september 1944
4. 5 mei 1945

09:33

Op welke datum werd Nederland bevrijd?

1. 10 mei 1940
2. 4 mei 1943
3. 5 september 1944
4. 5 mei 1945

10:31

Wat deden de burgers met de NSB-ers direct na de bevrijding?

1. Ze werden naar Duitsland gestuurd.
2. Ze werden bespuugd, geschopt, geslagen.
3. Ze werden toegejuicht
4. Ze werden vernederd, uitgelachen

11:03

Op welke drie plekken werden
NSB-ers opgesloten?

1. Oude scholen, kampen, gevangenissen
2. Concentratiekampen, hotels, campings
3. Campings, scholen, zwembaden
4. Gevangenissen, paleis, onderduikadressen

Einde