Differentiatie warmtetransport

Warmtetransport
1 / 38
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Warmtetransport

Slide 1 - Slide

Conductie of warmtegeleiding

Slide 2 - Slide

4

Slide 3 - Video

00:17
Welke persoon zal zijn handen als eerste verbranden? Die met een metalen staaf of met een glazen staaf?
glazen staaf
metalen staaf

Slide 4 - Poll

01:05
Hoe wordt de warmte-energie doorgegeven aan de volgende moleculen?

Slide 5 - Open question

01:20
Waarom zijn vaste stoffen het beste voor conductie?

Slide 6 - Open question

02:14
Waarom zijn metalen zo'n goede geleiders?

Slide 7 - Open question

Kon je de vragen over conductie niet goed beantwoorden?
Bekijk dan de volgende gele slide.
Kon je de vragen over conductie goed beantwoorden? 
Bekijk dan de volgende blauwe slide.

Slide 8 - Slide

Conductie = warmtegeleiding
  • 2 voorwerpen moeten in contact zijn met elkaar
  • Moleculen gaan trillen als warmte-energie wordt toegevoegd. Ze botsen tegen de moleculen naast hen & warmte-energie wordt doorgegeven.
  • Verloopt het efficiënte bij vaste stoffen. 
  • Metalen geleiden het beste door vrije elektronen

Slide 9 - Slide

Leg uit welke hete pan je liever met je blote hand vastneemt en waarom. Laat het controleren door de leerkracht.

Slide 10 - Slide

Convectie of warmtestroming

Slide 11 - Slide

3

Slide 12 - Video

00:54
Wat gebeurt er met de koude lucht in een kamer als je er een warmtebron aan toevoegt?

Slide 13 - Open question

01:31
Hoe ontstaat de stroming?

Slide 14 - Open question

01:41
Bij welke stoffen kan convectie voorkomen?

Slide 15 - Open question

Kon je de vragen over convectie niet goed beantwoorden?
Bekijk dan de volgende gele slide.
Kon je de vragen over convectie goed beantwoorden? 
Bekijk dan de volgende blauwe slide.

Slide 16 - Slide

Convectie = warmtestroming
  • Energie wordt afgegeven door een warmtebron.
  • Moleculen krijgen meer kinestische energie & de temperatuur zal stijgen.
  • Vloeistof of gas gaat stijgen en duwt de koude vloeistof/gas weg. Dit zorgt voor stroming.
  • Enkel mogelijk bij vloeistoffen en gassen omdat materie (moleculen) zich verplaatst.

Slide 17 - Slide

Leg in eigen woorden uit hoe het verwarmen van een huis werkt. Laat het controleren door de leerkracht.

Slide 18 - Slide

Warmtestraling

Slide 19 - Slide

4

Slide 20 - Video

00:24
Wat is het grootste verschil tussen convectie & conductie en straling?

Slide 21 - Open question

01:13
Wanneer gaat een voorwerp warmte uit stralen?

Slide 22 - Open question

01:58
Welke kleur geeft het beste warmtestraling af?

Slide 23 - Open question

02:50
Waarom absorbeert een zilveren voorwerp (bijna) geen warmtestraling?

Slide 24 - Open question

Kon je de vragen over straling niet goed beantwoorden?
Bekijk dan de volgende gele slide.
Kon je de vragen over straling goed beantwoorden? 
Bekijk dan de volgende blauwe slide.

Slide 25 - Slide

Warmtestraling
  • Elk voorwerp met warmte-energie zendt warmtestraling uit.
  • Heeft geen middenstof nodig om zich te verplaatsen.
  • Matte, zwarte voorwerpen absorberen de warmtestraling beter dan witte/ zilveren voorwerpen.

Slide 26 - Slide

Leg in eigen woorden uit welke kleur T-shirt je best aandoet op een zonnige dag. Laat het controleren door de leerkracht.

Slide 27 - Slide

Plaats op de volgende slide de juiste begrippen bij het juiste warmtetransport.

Slide 28 - Slide

Conductie
Convectie
Straling
Vaste stof
Voorwerpen moeten elkaar aanraken.
Bij vloeistoffen en gassen.

De materie verplaatst zich.
Geen middenstof nodig.
Zwarte voorwerpen absorberen de straling zeer goed.

Slide 29 - Drag question

Na de verbetering...
Had je 1 fout of meer? Ga naar de volgende gele slide.
Had je alles juist? Ga naar de volgende paarse slide & bekijk ook de blauwe slides.

Slide 30 - Slide

Plaats op de volgende slide de juiste voorbeelden bij het juiste warmtetransport.

Slide 31 - Slide

Convectie
Conductie 
Straling

Slide 32 - Drag question

Oefeningen
Maak de oefening op een extra blad & verbeter ze aan de hand van de volgende slide.

Slide 33 - Slide

Oefeningen
Verbetersleutel.
Conductie
Convectie

Slide 34 - Slide

Oefeningen
Maak de oefening op een extra blad & verbeter ze aan de hand van de volgende slide.

Slide 35 - Slide

Oefeningen
Verbetersleutel.
Convectie
Straling
Conductie

Slide 36 - Slide

Oefeningen
Maak de oefening op een extra blad & verbeter ze aan de hand van de volgende slide.

Slide 37 - Slide

Oefeningen
Verbetersleutel.
Tussen hooi bevindt zich stilstaande lucht. Dit houdt de warmtestroming tegen waardoor er weinig warmtetransport is.

Slide 38 - Slide