M2 week 6 les 1
1 / 23
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Het is koud
Het is warm
Het stormt
Het is bewolkt
Het hagelt
Het sneeuwt
Het onweert
Het waait
Het regent
Het is mooi weer
Il fait beau
Il pleut
Il y a des nuages
Il y a un orage
il fait froid
il neige
il y a du tonnerre
Il grele
il fait chaud
il y a du vent
Slide 3 - Drag question
Ce week-end, il a neigé!
il a neigé=
il a neigé=
Slide 4 - Open question
En automne, il fait mauvais.
il fait mauvais=
il fait mauvais=
Slide 5 - Open question
Het is zonnig;
Il fait ........
Il fait ........
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat vond Jules van het snowboarden?
Slide 9 - Mind map
Nora's vakantie was een beetje saai
A
vrai
B
faux
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wanneer kun je op je mountainbike van de piste af?
Slide 13 - Open question
Wat is het nadeel van le ski joëring?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat vond Sami vooral leuk aan airboarden?
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Le ski joëring is uitgevonden in;
Slide 20 - Open question
Waarmee kun je sturen? Hoe heet dat?
Slide 21 - Open question
J'aime bien essayer! (=dat wil ik graag eens proberen!)
A
Oui, avec plaisir!
B
Non, absolument pas!
