Kapitel 4 sprechen und Wortschatz

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lernzielen

Aan het eind van de les:

- heb ik geoefend met de woordjes van dit hoofdstuk door opdrachten te maken.

- Kan ik in het Duits een interview met een klasgenoot voeren over dieren.

Planning

- terugblikken

- sprech Aufgabe

- Aan de slag

- Tekst lesen

- Vooruitblikken

Welche Tiere kennst du, antworte auf deutsch?

Wie heißen die Tiere auf deutsch?

Wie heißen die Tiere?

1. der Hünd
2. der hund
3. der Hunde
4. der Hund

1. der Affe
2. die Affe
3. der affe
4. der Affen

1. der Visch
2. der Fisch
3. die Visch
4. der fisch

1. der Kuh
2. der Küh
3. die Kuh
4. die Kuhe

1. der Spin
2. die spinne
3. der Spinne
4. die Spinne

Sprech Aufgabe

Rede mit deinem Nachbar(in) über welche Tiere

du magst. Benutze die Fragen aus dem Redemittel,

und die Antworten in die Wolke. Füll die Tabelle ein.

Aan de slag in het boek

- Maak opdracht 6, 7 en 8 op bladzijde 105 en 106.

- Gebruik de lernliste op bladzijde 132

Tekst lesen

- Neem pagina 128 voor je!

Vooruitblikken

- Huiswerk volgende week: Schrijf de volgende 10 woorden van de lernliste NL - D op.

Dat is van, de cavia - das Meerschweinchen tot en met

de vacht - das Fell

Tschüss