Wonden

Wonden
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wonden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke ervaring heb je met wondzorg?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kan verwoorden wat primaire en secundaire wondgenezing is
  • Je kent de fasen binnen het genezingsproces van een wond
  • Je kan de wondclassificatiesystemen benoemen WSC en TIME en kan verwoorden wat dit inhoudt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kan je verschillende soorten wonden benoemen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Een wond door brand is een
A
mechanische wond
B
chemische wond
C
stralingswond
D
thermische wond

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van een circulatiestoorniswond is een
A
snijwond
B
decubituswond
C
open botbreuk
D
brandwond

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Soorten wonden
Mechanische wonden
Thermische wonden
Elektriciteit wonden
Infectie wonden
Oncologische wonden
Circulatiestoornis wonden
Chemische wonden
Stralingswonden 

Slide 7 - Slide

Mechanische wond: veroorzaakt door scherp of stomp geweld van buitenaf. Voorbeelden zijn chirurgische-, steek-, snij-, schaaf-, schot-, scheur- en kneuswonden
Thermische wond: verbranding of bevriezing
Elektriciteit wond: contact met elektrische bron. Oppervlakkig lijkt het een kleine wond  maar kan diepe interne brandwonden geven.
Infectiewonden: pijnlijk, rood, zwelling, vocht/pus, geur.
Oncologische wond: Een oncologische wond (oncologische ulcus) is een wond die kan ontstaan als kankercellen in de bovenste huidlaag binnendringen. De kankercellen zijn afkomstig van een tumor of van uitzaaiingen. Het weefsel in de wond is dan ook altijd kwaadaardig. Een oncologische wond geneest bijna nooit vanzelf
Circulatiestoornis wond: door onvoldoende zuurstofvoorziening en/of voeding van de weefselcellen. Hierdoor kun je doorligwonden (decubitus), open been (ulcus cruris) en een diabetische voet krijgen
Chemische wond: door inwerking van stoffen zoals sterke zuren, basen, sommige zouten, chloor, traan-en oorlogsgas of vloeibare organische brandstoffen
Stralingswond: door röntgen- en radioactieve straling

Slide 8 - Video

This item has no instructions



Volgende filmpje van juf Daniëlle: zelf thuis kijken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Met primaire wondgenezing wordt bedoeld
A
Wanneer er na genezing nauwelijks een litteken ontstaan is
B
Genezing nadat ook wondinfectie is opgetreden
C
Genezing duurt lang
D
De wond vult zich met granulatieweefsel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Primaire wondgenezing
Secundaire wondgenezing

Slide 12 - Slide

Primaire wondgenezing: als een wond schoon is en zonder problemen geneest, wordt dit primaire wondgenezing genoemd. In de wond hebben natuurlijk wel ziektekiemen gezeten, maar die zijn door de bloedstroom en het afweermechanisme verwijderd. Vanuit de intacte huid groeit nieuw huidweefsel in de wondspleet. Defibrinedraden trekken de wond verder dicht. Als de wond genezen is, kun je nauwelijks een litteken zien Primaire wondgenezing vindt plaats bij een kleine, schone, gehechte of een gesloten wond. Deze wonden genezen in enkele dagen.
Secundaire wondgenezing: bij secundaire wondgenezing zijn de wonden niet schoon. Secundaire wondgenezing vindt plaats als een wond niet direct gesloten kan worden, bijvoorbeeld bij een wondinfectie, bij grote brede en vervuilde wonden en bij productie van veel wondvocht (exsudaat). De meest bekende voorbeelden van een secundaire wondgenezing zijn het ulcus en de decubituswond. Als een wond door vuil of rafelige randen met dood weefsel niet kan worden gehecht, blijft hij open en gaat hij langzaam dicht (granuleren). Vanuit de wondranden begint littekenweefsel in de wond te groeien. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij decubituswonden . De wondgenezing kan bij secundaire wondgenezing soms maanden duren. Na secundaire genezing ontstaat altijd een breed litteken en de genezing duurt lang. De huid blijft hierna kwetsbaar.

Fasen wondgenezing
De genezing van een wond verloopt in een aantal chronologische fasen, die elkaar gedeeltelijk overlappen. 
Bij de wondverzorging zorg je ervoor dat deze fasen goed doorlopen worden.
De fasen van wondgenezing zijn:
  • reactiefase
  • regeneratiefase
  • rijpingsfase

Slide 13 - Slide

Reactiefase
In de reactiefase is de wondverzorging erop gericht om uitbreiding van de verwonding te voorkomen, dus op bloedstelping. Daarnaast treedt er in deze fase een ontstekingsreactie op, als voorbereiding op de wondgenezing. Hierdoor gaat de wondomgeving de volgende ontstekingsverschijnselen vertonen:
roodheid
warmte
zwelling
pijn
Regeneratiefase
In de regeneratiefase worden nieuwe bloedvaatjes en een dun laagje huid gevormd. De wond wordt gesloten; dit noem je regeneratie van epitheel. Deze fase wordt ook wel fibroblastenfase of proliferatiefase genoemd.
Rijpingsfase
De rijpingsfase wordt ook wel de maturatiefase of remodelleringsfase genoemd. Het granulatieweefsel dat de dermis heeft vervangen moet uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsellitteken. De rijpingsfase kan zes weken tot twee jaar duren. In de rijpingsfase ontstaat het uiteindelijke litteken.

Factoren die van invloed zijn op de wondgenezing
Plaatselijke factoren



Algemene factoren



  • Soort en plaats van de wond
  • Verontreiniging van de wond
  • Doorbloeding van het wondgebied
  • Algemene conditie
  • Leeftijd
  • Mate van bloedverlies

Slide 14 - Slide

Voorbeelden van plaatselijke factoren zijn:
soort en plaats van de wond: schaafwond, snijwond, wond op de knie of bij de anus;
verontreiniging van de wond met vreemde voorwerpen, zoals straatvuil of stukjes glas, waardoor wondinfectie kan ontstaan;
doorbloeding van het wondgebied: bij slecht doorbloede wonden kunnen onvoldoende voedings- en bouwstoffen voor het herstel worden aangevoerd en zal de wond niet, of heel traag genezen.
Voorbeelden van algemene factoren die de wondgenezing bevorderen zijn:
algemene conditie van de zorgvrager: een gezonde zorgvrager geneest sneller dan iemand die door ziekte een slechte conditie heeft;
leeftijd: kinderen genezen sneller dan oudere mensen;
mate van bloedverlies: door veel bloedverlies kan een shock ontstaan. De conditie van een gezond persoon kan dan snel verslechteren. Door bloedtransfusies kan dit meestal snel hersteld worden. Soms blijft enige tijd bloedarmoede bestaan. Dit vertraagt de wondgenezing.

Wat is de goede volgorde binnen de fasen van genezing?

A
Rijpingsfase 1. Regeneratiefase 2. Reactiefase 3.
B
1. Regeneratiefase 2.Rijpingsfase 3. Reactiefase
C
Reactiefase 1. Regeneratiefase 2. Rijpingsfase 3.
D
1. Reactiefase 2. Rijpingsfase 3. Regeneratiefase

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wondclassificatiesysteem

            WCS-model

            TIME-model

Slide 16 - Slide

WCS staat voor Woundcare Consultant Society. Het WCS classificatiemodel gaat uit van een stadia-indeling volgens de kleuren zwart-geel-rood en is daardoor makkelijk toepasbaar
Een ander model dat naar het soort wond en de behandeling kijkt is het zogenaamde TIME-model. In het TIME-model wordt specifiek naar de factoren gekeken die bij het genezingsproces van een wond een rol spelen

WCS-classificatie
Het WCS-model is een hulpmiddel om een wond te observeren en een goede wondbehandeling te starten. Het model maakt onderscheid in drie kleuren wonden:

Rode wond
Gele wond
zwarte wond
Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en oncologische wonden

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Rode wond

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zwarte wond.



Gele wond.



Rode wond.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Time-model

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Met de T van het TIME-model wordt er gekeken naar:
A
de kleur van het weefsel; rood, geel of zwart
B
is er sprake van een wondinfectie
C
productie van wondvocht
D
de toestand van de wondranden

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Binnen het TIME-model staat de M voor moisture. Je observeert dan of de wond veel/ weinig vocht produceert
waar
niet waar

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

Behandeling volgens TIME-model
Stap 1 Verwijderen dood weefsel (débridement): chirurgisch (door een arts) of madentherapie.
   

Stap 2 Wondreiniging en infectiebestrijding: spoelen van een wond of antibacteriële wondbehandelingsproducten. 

Stap 3 Een goede vochtbalans (uitdroging en verweking van wondranden voorkomen): vochtregulerende wondbehandelingsproducten en het beschermen van wondranden. 

Stap 4 Als de eerste drie stappen met goed resultaat zijn doorlopen, is een genezingsproces zichtbaar vanuit de wondranden en/of vanuit het midden van de wond.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verpleegkundige obervaties

Ontwikkeling van de wond

Algemene gezondheidstoestand van de zorgvrager


Slide 27 - Slide

Ontwikkeling van de wond
Bij alle wonden zijn de aspecten geur, kleur, wondranden, diepte, pijn, ontstekingsverschijnselen, afscheiding, grootte, wondomgeving en oorzaken belangrijke observatiepunten.
Observeer de wond en houd de ontwikkeling nauwkeurig bij. Dit kan door gebruik te maken van verschillende hulpmiddelen, zoals een meetlat, een peilsonde (diepte bepalen) en (digitale) fotoapparatuur.
Algemene gezondheidstoestand van de zorgvrager
De algemene gezondheidstoestand van de zorgvrager kan iets zeggen over de wondgenezing. Bij een zorgvrager met een slechte conditie zal de wond minder snel herstellen. Daarom observeer je dagelijks bij de zorgvrager:
klachten van algehele malaise;
de conditie;
de voedingstoestand;
de manier van mobiliseren en rust;
het slaappatroon;
de lichaamstemperatuur;
eventuele (pijn)klachten.

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: wondverzorging

Slide 30 - Slide

This item has no instructions