Mens en omgeving hoofdstuk 3

Mens en omgeving
Textiel verzorgen.

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Mens en omgeving
Textiel verzorgen.

Slide 1 - Slide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling hoe je moet schoonmaken.
De leerling weet hoe vaak je moet schoonmaken.

Slide 2 - Slide

Vandaag is mijn stemming
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Textiel:
Wat is textiel?
Waarvoor wordt het gebruikt?
Functie van textiel.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Materialen:
Natuurlijke grondstoffen: plantaardig en dierlijk.
Kunstmatige grondstoffen: half synthetisch en synthetisch.
Klassikaal blz 143 en 146 doorlezen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht:
Lezen blz. 143 t/m 146.
Maken opdracht 3.01 (blz. 144) en opdracht 3.02 (blz. 144) en opdracht 3.03 (blz. 145).

Slide 8 - Slide

Etiketten:
Behandelingsetiket: hoe je het product behandelen.
Samenstellingsetiket: het materiaal waarvan het textiel is gemaakt. 

Klassikaal blz 150 en 151 doornemen uit boek

Slide 9 - Slide

Kwartetspel:
Spelen kwartetspel over grondstoffen textiel.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Opdracht:
Lezen blz. 148 t/m 151.
Maken opdracht 3.06 (blz. 149) en opdracht 3.08 (blz. 151), opdracht 3.09 (blz. 152) en opdracht 3.10 (blz. 153).

Slide 12 - Slide

Uitleg praktijkopdracht 3.2:
Collage maken: Lezen praktijkopdracht 3.2.
Uitleg opdracht.
Maken van de opdracht.
Inleveren digitaal bij de docent

Slide 13 - Slide

Wasproces:
Sorteren: kleur, grondstof, vuilheid, kleuren, nieuw wasgoed.
Handelingen voor het wassen.
Handwas.

Docent geeft demo van soorten wassorteren en uitleg etiket

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Uitleg wasmachine:
In de wasruimte:
Deur, wasmiddelbakje, knoppen temperatuur, wasprogramma, centrifugeren, soort was.
Uitleg wasprogramma: hoofdwas, voorwas, spoelen, centrifugeren.

Slide 16 - Slide

Uitleg wasmiddel:
In de wasruimte:
Vloeibaar, poeder.
Licht bonte was: bontwasmiddel.
Donker bonte was: bontwasmiddel voor donkere kleuren.
Witte was: wasmiddel voor witte was.
Wolwas en fijne was: wasmiddel voor fijne was.

Slide 17 - Slide

Opdracht:
Lezen blz. 153 t/m 163.
Maken opdracht 3.11 (blz. 154) en opdracht 3.12 (blz. 155), opdracht 3.14 (blz. 156), opdracht 3.16 (blz. 158), opdracht 3.18 (blz. 160), opdracht 3.19 (blz. 161) en opdracht 3.21 (blz. 163).

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Opdracht na de film:
Maken opdracht 3.24 (blz. 165) en opdracht 3.25 (blz. 165).
Lezen blz.169. 
Maken opdracht 3.30 (blz. 170).

Slide 22 - Slide

Opdracht strijken:
Strijken en opvouwen van een kledingstuk.
Blz 46 doorlezen en in duo opdracht uitvoeren. 

Ll 1: strijkt
ll 2: beoordeeld (zie blz 46)
Wissel van rol

Slide 23 - Slide

Nakijken opdrachten:
Nakijken: 3.11, 3.12, 3.14, 3.16, 3.18, 3.19, 3.21, 3.24, 2.25, 3.30.

Slide 24 - Slide

Opdracht afsluiting:
Maken opdracht 3.31 
de begrippen (blz. 171).

Slide 25 - Slide

Waarop moet je vooral letten als je de was gaat sorteren?
A
op de grootte van de kledingstukken
B
op de hoeveelheid kledingstukken
C
op de materialen waarvan de kleding gemaakt is
D
op welke temperatuur je de kleding mag strijken

Slide 26 - Quiz

Wat betekent ergonomisch werken?
A
hygienisch werken
B
schoon werken
C
veilig werken
D
goed op je lichaam letten

Slide 27 - Quiz

Mag je dit stofje strijken?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

De hoofdgroepen voor het sorteren van was zijn:
A
witte was, bonte was, fijne was, nieuwe was
B
licht en donkergekleurde was, wolwas, synthetische was
C
witte was, bonte was, fijne was, handwas
D
lichtgekleurde was, donkergekleurde was, handwas, synthetische was

Slide 29 - Quiz

In textiel vind je 2 etiketten
A
behandelingsetiket en samenstellingsetiket
B
behandelingsetiket en maat-etiket
C
samenstellingsetiket en maat-etiket
D
maat-etiket en merketiket

Slide 30 - Quiz

Waar let je op bij strijken?
A
Temperatuur
B
Volgorde
C
Ergonomisch werken
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quiz

Wat is textiel?
A
Geweven stof
B
Een houtsoort
C
Plastic

Slide 32 - Quiz

Wat is synthetisch textiel?
A
Kunststof
B
Natuurlijk

Slide 33 - Quiz

Dit symbool betekent

.... strijken
A
koud
B
lauw
C
warm
D
heet

Slide 34 - Quiz

Voordat je de was in de wasmachine doet:
A
Vouw je het op
B
Doe je kledingstukken binnenste buiten
C
Droogrekjes klaar zetten
D
Wasmand klaarzetten

Slide 35 - Quiz

Uitleg praktijkopdracht 3.2:
Collage maken: Lezen praktijkopdracht 3.2.
Uitleg opdracht.
Maken van de opdracht.
Inleveren digitaal bij de docent

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 38 - Slide