Spelling ou/au ei/ij.

Spelling ou/au ei/ij
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpellingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling ou/au ei/ij

Slide 1 - Slide

Doel van de les: 
Ik weet hoe ik woorden met de ou/au en ij/ei schrijf.

Slide 2 - Slide

Woorden met au / ou

Slide 3 - Mind map

Woorden met ei / ij

Slide 4 - Mind map

Het eerste plaatje wat je net zag was een:
A
Pouw
B
Pauw
C
Vogel
D
Haan

Slide 5 - Quiz

Als vlees niet gaar is dan is het:
A
Vies
B
Rouw
C
Rauw
D
Blauw

Slide 6 - Quiz

In de zomer eet ik graag koud
A
ijs
B
blij
C
ei
D
eis

Slide 7 - Quiz

De gele smiley is:
A
boos
B
blei
C
blij
D
verdrietig

Slide 8 - Quiz

Ik maak het hout vast met een tauw

Slide 9 - Poll

Wat zie je hier?
A
augurk
B
ougurk
C
komkommer
D
banaan

Slide 10 - Quiz

Wat hebben deze mensen gedaan?
A
Trauwen
B
Vallen
C
Trouwen
D
Rouwen

Slide 11 - Quiz

Welke kleur zie je hier?
A
Gaud
B
Bruin
C
Geel
D
Goud

Slide 12 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Dwijl
B
Dweil
C
Teil
D
Tijl

Slide 13 - Quiz

Schrijf het langste woord wat je kunt bedenken met een AU

Slide 14 - Open question

Schrijf het kortste woord wat je kunt bedenken met een IJ

Slide 15 - Open question