Enzymen

Enzymwerking
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Enzymwerking

Slide 1 - Slide


Voorkennis

Slide 2 - Slide

Waaruit bestaan lipiden?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 3 - Quiz

Waaruit bestaan eiwitten?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 4 - Quiz

Waaruit bestaan sacchariden?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 5 - Quiz

Wat staat hier afgebeeld?
A
Aminozuur
B
Dipeptide
C
Tripeptide
D
Oligopeptide

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel aminozuren bestaat een proteïne?
A
1
B
3
C
>10
D
>100

Slide 7 - Quiz

Wat gaat een enzym doen met de activeringsenergie die nodig is om een chemische reactie te laten verdergaan?
A
De benodigde energie verlagen
B
De benodigde energie verhogen

Slide 8 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met substraatspecificiteit?
A
Een enzym kan maar met slechts één bepaald substraat binden
B
Een enzym kan met verschillende substraten binden
C
Een enzym kan nooit binden met een substraat

Slide 9 - Quiz

Wat gaat het enzym amylase doen?
A
Het breekt zetmeel af tot maltose
B
Het breekt lipiden af tot glycerol en vetzuren
C
Het breekt proteïnen af tot aminozuren
D
Het breekt maltose af tot glucose

Slide 10 - Quiz

Als je een stuk vlees eet, hoeveel enzymen heeft je lichaam nodig om de proteïnen in het vlees volledig af te breken naar aminozuren?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Over welk van de 4 factoren die de enzymwerking beïnvloeden werd hier gesproken?
A
Substraatconcentratie
B
Temperatuur
C
Zuurtegraad
D
Enzymconcentratie

Slide 12 - Quiz

Welke pH is het zuurst?
A
pH = 1
B
pH = 10
C
pH =7

Slide 13 - Quiz