4.4 De opkomst van het christendom (uitleg)

H4 De Romeinen
4.4: De opkomst van het christendom
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 De Romeinen
4.4: De opkomst van het christendom

Slide 1 - Slide

4.4: Opkomst van het christendom
In deze paragraaf leer je:
  • hoe  joden in het hele Romeinse Rijk terechtkwamen
  • hoe het christendom ontstond
  • hoe het christendom werd verspreid en bestreden
  • hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd

Slide 2 - Slide

Joden in het Romeinse rijk
  • 63 v.Chr. : Romeinen namen Judea over.  
    >> Niet nieuw voor Joodse volk: vaker
    --> zolang er rekening met hun cultuur werd
    gehouden ging dat goed.

  • 6 n.Chr. : Judea = provincie
    >> Joodse volk kreeg hoge belastingen. 
    >> Beledigingen richting het Joodse volk.
    >> Geloof in Messias komt op. 

Slide 3 - Slide

Joden in het Romeinse rijk
  • 66 n.Chr. - 70 n.Chr. :
    Grote joodse opstand tegen de Romeinen. 
    >> Plundering en verwoesting van de tempel.
    - nooit weer opgebouwd.

  • 135 n.Chr. :
    Tweede grote opstand >> bloedig neergeslagen.
    >> gevolg: Joden mochten jarenlang niet meer in
    Jeruzalem komen. 

GEVOLG: Door oorlogen/opstanden >> verspreiding van joden door het hele rijk.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Een verboden godsdienst
Bekeren = Iemand een andere godsdienst aan laten nemen >> Christendom = succesvol daarin

Verboden godsdienst in het Romeinse Rijk 
>> Romeinen zijn niet tolerant t.o.v. christenen
- Christenen weigerden de staatsgoden en keizer te vereren
- Christenen werden een steeds grotere groep = gevaar

Christenen worden in de loop der tijd de zondebok van 
oorlogen, honger en ziektes. 

GEVOLG : Vervolging van christenen

Slide 6 - Slide

Vervolging >> en toch verspreiding? 
Hoe dan?

Slide 7 - Slide

Een nieuwe staatsgodsdienst
Keizer Constantijn stopte de vervolgingen:
>> 313 n.Chr. : godsdienstvrijheid (recht om openlijk je religie te uiten)

>> Constantijn zelf werd ook christen:
GEVOLG: voorrechten voor christenen >> aantal groeit.

380 n.Chr. : keizer Theodosius maakt het christendom tot staatsgodsdienst. 
392 n.Chr. : alle andere godsdiensten (behalve christendom en jodendom) = verboden.

Slide 8 - Slide

Een nieuwe staatsgodsdienst
Kerken worden gebouwd (basilieken + tempels = omgebouwd). 

Christelijke organisatie die het rijk verdeelde in kerkprovincies:
>> bisschoppen = godsdienstig leider van een
kerkprovincie
>> paus = Bisschop van Rome + leider van de
Rooms-Katholieke kerk

Verering van heiligen = persoon die wordt
vereerd vanwege zijn goede daden
>> Paus beslist wie heiligen zijn.

Slide 9 - Slide

Aan de slag

  • Lees de theorie van paragraaf 4.4 goed door en maak de opdrachten van paragraaf 4.4 :  opdracht 1 t/m 9.
    (= HUISWERK voor a.s. woensdag 6 maart!)

volgende les:
  • uitleg paragraaf 4.5               (1e uur... LET OP!)

Slide 10 - Slide

Begrippen oefenen

  • Lees de begrippen van paragraaf 4.4 door (blz. 85)
  • Probeer ze te onthouden >> leg dan het boek weg.
  • Ga naar blooket.com/play  >> wacht tot ik de code geef.

Na de blooket:
  • Opdrachten paragraaf 4.4 maken.

Slide 11 - Slide