H2B: 3.3 Bataafse Revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bataafse Revolutie

1.  Inloggen LessonUp.

2. Boek open op blz. 120.

Welk idee past niet bij de Verlichting?

1. Vrijheid
2. Gelijkheid
3. Rationalisme
4. Radicalisme

Hoe moest volgens Montesquieu het bestuur geregeld zijn?

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen welke kritiek de patriotten aan het eind van de 18e eeuw hadden op de situatie in de Republiek.
  
•  Je kunt uitleggen wat er veranderde door de Bataafse Revolutie.
• Je kunt uitleggen waarom de Bataafse Revolutie uiteindelijk mislukte.

Onvrede in de Republiek

- Stadhouder Willem V:  Geen koning; gedroeg zich wel zo. Onzeker, dus niet stabiel.

- Regenten: Bestuursfuncties van vader op zoon. 

- Landelijk bestuur: Gewesten bestuurden zelf; Werken samen op gebied van defensie en buitenlandse politiek. 

 

Patriotten in opstand

- Ontevreden burgers: (patriotten) kennen  de verlichtingsideeën: Vrijheid, gelijkheid, democratie.

- Democratisch bestuur i.p.v. regenten & stadhouder met erfopvolging.

- Leider: Johan Derk van der Capellen tot den Pol

'Aan het volk van Nederland'. 

- Patriotten willen dat burgers rechten kregen en inspraak in bestuur mochten hebben. 

- Oproep om te bewapenen de de patriotten te steunen. 

Opsplitsing van het volk

1785: Patriotten verjagen stadhouder Willem V uit Den Haag. In delen van de Republiek nemen zij de macht over. 

- Willem V en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen naar Nijmegen.

- Veel Nederlanders blijven hen steunen: Oranjegezinden. 

Bataafse Republiek

-1795: Met hulp van Frankrijk lukt het nu wel om stadhouder Willen V te verdrijven.

- Willem V vlucht naar Engeland.

- Patriotten roepen De Bataafse Republiek uit.

- Ze willen vlug een grondwet....(pas in 1798 klaar)

Grondwet in de Bataafse Republiek

Er kwam in 1789 een grondwet: 

- Alle burgers kregen grondrechten (vrijheid van meningsuiting & geloof). 

- Adel & geestelijkheid verloor hun privileges. 

- Alle geloven mochten in het bestuur, ook katholieken en joden. 

- Iedereen gelijk voor de wet. 

Bestuur

- Nederland werd een eenheidsstaat: Gewesten niet langer eigen baas, dit werd landelijk geregeld, zoals belastingen.

 

- Bestuur kwam in handen van de volksvertegenwoordiging in Den Haag. 

- Mannen kregen kiesrecht, behalve de armen en criminelen. Ook Oranjegezinden mochten niet stemmen.