Interview een klasgenoot

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands - interview

Planning voor vandaag

1. Opdracht interview
   Tweetallen: je interviewt elkaar
   
   
2. Taalblokken / afronden 0-meting / afronden StartUp-opdracht
   
   

0

Opdracht - interview

1. Je gaat een klasgenoot interviewen
   
   
2. Je schrijft kort de antwoorden van je interview op
   
   
3. Je presenteert de geïnterviewde kort aan je andere klasgenoten

Je vertelt wie je hebt geïnterviewd en welke antwoorden er op je vragen zijn gegeven.

Leerdoelen

• Gespreksvaardigheid > Je kunt vragen stellen aan je gesprekspartner om een bepaald gespreksdoel te bereiken. Je kunt doorvragen om duidelijke informatie te ontvangen.
  
  
• Luistervaardigheid > Tijdens het luisteren kun je notities maken om deze later uit te werken tot een verslag.
  
  
• Schrijfvaardigheid > Je kunt een kort informatief artikel schrijven.

Stap 1 - Voorbereiding

• Bedenk welke vragen je elkaar wilt gaan stellen. Noteer deze!
• Ga uit van de 5W+H (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?)
• Je krijgt 10 minuten voorbereidingstijd.

Stap 2 - interview afnemen

• Stel open vragen (5 x W + H) (Vermijd "Hoe oud ben je?").
  
• Geen gesloten vragen (Ben je met de fiets vandaag?)
• Vraag door voor een zo volledig mogelijk antwoord.
• Als je een vraag te privé vindt, hoef je deze niet te beantwoorden.
• Maak korte notities die je later bij de presentatie gebruikt 
• 10 minuten en dan wissel je om.

Stap 3 - interview uitwerken

Je kunt interviews op verschillende manier opschrijven:

1. Vraag-antwoordmodel
   https://hart.amsterdam/nl/page/35615/interview-met-bas-kosters
   
   
2. Monoloogmodel
   https://www.harpersbazaar.com/nl/mode-juwelen/a26754122/jan-taminiau-interview-ready-to-wear-collectie-2019/

Stap 4 - feedbackronde

Interviewer en geïnterviewde nemen elkaars antwoorden door:

- Klopt de informatie?

- Is de tekst duidelijk?

- Zijn er open of gesloten vragen?

- Wordt de geïnterviewde voorgesteld?

- Let ook op spelling en zinsbouw!

Stap 5 - klasgenoot voorstellen

• Noem eerst je eigen naam en dan die van degene die je hebt geïnterviewd.
• Noem drie leuke weetjes over de geïnterviewde (dingen die jij niet verwacht had of opvallend vindt).
• Gebruik de aantekeningen die je hebt gemaakt.