12-10 ontwikkelingspsychologie

1 / 53
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

baby
A
0 - 12 maanden
B
0 - 15 maanden
C
0 - 18 maanden
D
0 - 10 maanden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

kleuters
A
2 - 4 jaar
B
4 - 8 jaar
C
3 - 6 jaar
D
4 - 6 jaar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

prenatale fase
A
35 weken
B
40 weken

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

schoolkind
A
4 - 11 jaar
B
7 - 12 jaar
C
5 - 11 jaar
D
4 - 12 jaar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fijne motoriek
Grove motoriek

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke voorwaarden moeten er zijn om vertrouwen/ veiligheid te ontwikkelen?

Slide 15 - Open question

Veilig en vertrouwd voelen
Verbaal en non-verbaal contact
Stimulerende omgeving
Ruimte voor onderzoeken en ervaren
Mogelijkheid om te spelen
Een kind moet voldoende bewegingsvrijheid krijgen
Een kind moet veiligheid en grenzen worden geboden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

Interne factoren -aanleg

Externe factoren - omgeving, levensgebeurtenissen, financiële status

Zelfbepaling  bewust keuzes maken voor je eigen ontwikkeling

Jip (2,5) speelt buiten bij de BSO, hij is net nieuw dus nog wat zoekende. Jij moedigt hem aan om lekker te gaan spelen. Je merkt dat hij jou goed in de gaten houdt dus jij laat merken dat je hem ziet, die doe je door met hem te praten maar ook oogcontact te zoeken.

Welke voorwaarde voor ontwikkeling lees je hier niet terug?
A
Een kind moet veiligheid en grenzen geboden worden
B
Er moet zowel verbaal- als non verbaal contact tussen opvoeder en kind zijn
C
Er moet een stimulerende omgeving zijn

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Tim (4) is net gestart op de basisschool. Het valt op dat Tim zich langzamer ontwikkeld dan leeftijdsgenootjes, uit gesprek met de ouders blijkt dat zij in een vechtscheiding liggen.

Mogelijk is de vechtscheiding een factor die de ontwikkeling momenteel bepaald. Welk soort factor is dit?
A
Interne factor
B
Zelfbepaling
C
Externe factor

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

wat is de prenatale fase?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Definitie;
Conceptie;
Het menselijk leven na de bevruchting
Prenatale fase;
de periode waarin de ongeboren mens uitgroeit tot een mens die rijp is om geboren te worden

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

In de prenatale fase onderscheiden we drie trimesters van groei
  • 1ste trimester--> 1ste maand tot 3de maand--> ontstaan van de hersenen
  • 2de trimester--> 3de tot de 7de maand--> ontstaan van de zenuwenverbindingen en de hersenen
  • 3de trimester--> 7de tot de geboorte--> gewichtstoename en voltooien van de groei

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Stress kan leiden tot een verhoging van adrenalineproductie in het bloed van de zwangere moeder. Baby's van angstige moeders zouden meer meer in hun slaap lijken te bewegen en de periodes van diepe slaap zijn dan korter!
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De geboorte;
Duur; gemiddeld 8 tot 14 uur
Huilen; start ademhaling, angst, pijn of honger

HOE LAGER HET GEBOORTEGEWICHT, HOE HOGER DE KANS OP ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoe groot en hoe zwaar is een pasgeboren baby?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Lichamelijke ontwikkeling;
Bij de geboorte is het kind ongeveer 50 centimeter lang en weegt het ongeveer 3,5 kilo.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord:BABY?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Baby - 0 tot 18 maanden (zuigeling)
Fase ná de prenatale fase
 -Conceptie – embryo – foetus 
 -Fase voor de geboorte
 -Vanaf 24 weken mogelijkheid tot proeven, horen en voelen (zelfs leren)



Ontwikkeling vindt plaats op álle ontwikkelingsgebieden:
Lichamelijk/ motorisch, cognitief, sociaal, persoonlijk en seksueel. 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke & Motorische ontwikkeling
  • Reflexen = een reactie of beweging die iemand automatisch voltrekt
- Zuigreflex, grijpreflex, tonische nekreflex, slikreflex. 
- Reflexen verdwijnen na een aantal maanden doordat de baby spieren ontwikkelt.



  • Oog- handcoördinatie (ong. 3 maanden) en pincetgreep (ong. 12 maanden)
    - Motorische ontwikkeling komt voornamelijk vanuit het rijpingsproces!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Cognitieve ontwikkeling
(ontwikkeling van het denken, geheugen en de taal)
- Exploratiedrang : Dringende behoefte om de wereld om zich heen te ontdekken

- De baby leert vaardigheden door:
  1. Ervaringsleren
  2. Herhalingsleren
  3. Imitatie leren


- Taalontwikkeling
* Brabbelen = de fase van taalverwerving, de baby oefent
* Symboolbewustzijn - De baby leert welke woorden bij voorwerpen horen
* Éénwoordszin(nen)
  

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Zoek op internet een plaatje waaruit herhalingsleren blijkt en voeg deze toe aan de dia.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Aanvulling exploratiedrang;
Door het ontdekken van de wereld leert een kind ook steeds meer woorden. 
Alles wat hij tegenkomt, heeft een naam, alles heeft eigenschappen (koud, warm, groot, klein), alles kan ten opzichte van andere dingen geplaatst worden (in, op, boven, onder, naast, tussen), en ga zo maar door.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Exploratiedrang (cognitieve ontwikkeling)
Vanaf het moment dat een baby kan kruipen, wil hij de wereld leren kennen. 
We spreken van exploratiedrang.
Voor het durven exploreren is een veilige hechting een voorwaarde. Voelt een baby (peuter) zich veilig, dan durft hij zijn ouders/verzorgers los te laten.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
  • De baby communiceert vanaf dag 1
  • Eerste lachje vanaf week zes (niet doelgericht)
  • Eenkenningsheidsperiode (maand 7)
           -  Zichtbaar gedrag is aanhankelijkheid en scheidingsangst
  • Ontbreken van het 'ik- gevoel'
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Emotioneel ontwikkelingsgebied
  • De basis van het emotionele ontwikkelingsgebied wordt gevormd in de babytijd d.m.v. een veilige hechting




  • Veilige hechting ontstaat door: sensitief en responsief opvoedgedrag
  • Veilige hechting leidt tot het durven exploreren, het opbouwen van relaties en het ontwikkelen van eigenwaarde.
Duurzame affectieve relatie tussen kind en opvoeder

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Objectpermanentie
Een baby ontwikkelt tussen 6 en 12 maanden het vermogen om een beeld in zijn geheugen vast te houden, zonder het te zien!

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Uitleg objectpermanentie
Als een balletje onder de kast rolt, zal een kind die al objectpermanentie ontwikkeld heeft, er naar op zoek gaan. Voor dit gebeurt, gaat een kind niet op zoek en begint het met iets anders te spelen. Als het iets niet ziet, is het er niet.

Bij een kindje tussen 6 en 12 maanden is het balletje uit zijn gezichtsveld, maar het ‘weet’ dat het niet weg is. Het heeft een voorstelling van het balletje in zijn geheugen.

Er is een manier om na te gaan of het kind beelden in het geheugen heeft zonder het voorwerp te zien. Leg een balletje, blokje of ander klein voorwerp onder een doek. Het kind mag zien dat iemand het er legt. Als het kind het voorwerp zoekt, beschikt het over objectpermanentie.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

programma
1.terugblik op;
ontwikkelen, ontwikkelingsaspecten, ontwikkelingsfasen en factoren.
2. prenatale fase
3.babyfase
4.peuterfase


Slide 45 - Slide

This item has no instructions

10 á 11
maanden
9 á 10 
maanden
7 maanden
5
maanden
Lopen
Kruipen
Zitten
Krijgen van
tanden

Slide 46 - Drag question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord Peuter

Slide 47 - Mind map

This item has no instructions

Slide 48 - Link

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

noem iets wat je hebt onthouden uit deze les?

Slide 53 - Mind map

This item has no instructions