biologie H1.1 t/m 1.3

Biologie H1.1 t/m 1.3
Organismen, plantenrijk en dierenrijk
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Biologie H1.1 t/m 1.3
Organismen, plantenrijk en dierenrijk

Slide 1 - Slide

Levenskenmerken organismen
Een organisme is een levend wezen. Elk organisme vertoont ook 6 levenskenmerken. Dat zijn: voeden, groeien, ademen, uitscheiding, reageren (op prikkels) en voortplanten. 

Organismen horen ook tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Indelen van organismen
Bij het indelen kijk je naar kenmerken die overeen komen en naar kenmerken die verschillend zijn.

Alle organismen zijn ingedeeld in 4 rijken, dat zijn: plantenrijk, dierenrijk, schimmelrijk, bacterierijk.

Cellen zijn bouwstenen van organismen.

Slide 4 - Slide

1.2 Plantenrijk
De bouw van planten

Slide 5 - Slide

Welke organen hebben planten? Noem er vier.

Slide 6 - Open question

Bouw van planten
Het antwoord op de vorige vraag is: wortel, stengel, bladeren en bloemen.

Een orgaan is opgebouwd uit verschillende weefsels.

Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en taak.

Op de volgende pagina zie je de bouw van een plant.

Slide 7 - Slide

recount the story
in 1 minute tell your partner about The Canterbury Tales
- author, when written, in what language and why, main characters, theme, storyline(s)
Organismen, plantenrijk en dierenrijk

Slide 8 - Slide

Stevigheid planten
Deze les gaan we bezig met onderwerp: regels van een oorlog. Dit gaan we doen door het kijken van een filmpje, het lezen van een krantenbericht en het maken van opdrachten. 

Slide 9 - Slide

Uit hoeveel onderdelen bestaat een plantencel?
timer
0:30
A
4
B
8
C
6
D
2

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Stevigheid planten
Kruidachtige planten zijn stevig door druk van water in de vacuole die tegen de celwand zit.

Houtachtige planten zijn stevig door houtcellen met een dikke celwand van houtstof.

Slide 12 - Slide

1.3 Dierenrijk.

Slide 13 - Slide

Bouw van een dier
  • De orgaanstelsels werken samen met andere organismen met een grote taak (bijv. spierstelsel).

  • Een deel van een organisme met een eigen taak heet een orgaan (bijv. hart en longen).
De volgende 2 zie je op de volgende pagina.

Slide 14 - Slide

De volgende punten

  • Weefsels hebben groepen cellen in een orgaan met dezelfde taak en vormen.
  • Cellen zijn de kleinste bouwstenen in je lichaam.
Dit is de bouw van een dier.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

3 onderdelen dierlijke cel
- 1. Celmembraan, 2. Cytoplasma, 3. Celkern.


Slide 18 - Slide

EINDE
EINDE

Slide 19 - Slide