Module 11. verkoopt handelt verk af H 10 Overleggen

RETAIL THEORIE
Module 11. Werkoverleg
Boek: Verkoopt en handelt verkoop af
Hoofdstuk: 10 Overleggen
Doel: Neemt deel aan werkoverleg (B1-K2-W8)
1 / 47
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

RETAIL THEORIE
Module 11. Werkoverleg
Boek: Verkoopt en handelt verkoop af
Hoofdstuk: 10 Overleggen
Doel: Neemt deel aan werkoverleg (B1-K2-W8)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat vind jij belangrijk als je overlegt?
timer
1:30

Slide 3 - Open question

Wat zijn de voorwaarden voor een goed overleg?
timer
1:30

Slide 4 - Open question

Waar erger jij je aan als je een overleg hebt?
timer
1:30

Slide 5 - Open question

10.1 OVERLEGGEN
  • pagina262 - 261
  • Voorkennis ophalen
  • Theorie bespreken
  • Opdrachten maken (aan het einde van het hoofdstuk
  • Doelen aan het einde van deze paragraaf:
    - weet je wat een werkoverleg 
    - weet je wat een werkbespreking is

Slide 6 - Slide

timer
1:00
Heb jij wel eens een overleg op je BPV bedrijf of je werkplek gehad?
Hoe ging dit?

Slide 7 - Mind map

VORMEN VAN OVERLEG
  • Werkoverleg
  • Werkbespreking 

Slide 8 - Slide

WERKOVERLEG
WERKBESPREKING
van te voren gepland
niet van te voren afgesproken
(meestal) vaste groep medewerkers
informeel overleg
agendapunten liggen vast
geen vaste agenda punten
wordt genotuleerd
wordt niet genotuleerd
'vergadering'
korte bespreking tijdens het werk, vb wie doet welke gang inruimen
Voordeel: iedereen zelfde info, vragen direct stellen, samen besluit nemen, kennis delen
Voordeel: kort, snel, efficiënt, met juiste personen

Slide 9 - Slide

OPDRACHT
De vragen maken we aan het einde van het hoofdstuk. 

Slide 10 - Slide

DOELEN
Doelen aan het einde van deze paragraaf:
- weet je wat een werkoverleg
- weet je wat een werkbespreking is

Slide 11 - Slide

Als je de doelen terugkijkt.
Noem 1 doel dat je geleerd hebt van deze les.
timer
3:00

Slide 12 - Open question

10.2 ROLLEN IN HET WERKOVERLEG
  • pagina 263 - 264
  • Voorkennis ophalen
  • Theorie bespreken
  • Opdrachten maken aan het einde van het hoofdstuk
  • Doelen aan het einde van deze paragraaf:
    - weet je wat voor rollen er zijn in een werkoverleg
    - weet je de inhoudt van deze rollen

Slide 13 - Slide

timer
1:00
Wat voor rollen zijn er in een werkoverleg?
Wat houden deze rollen in?

Slide 14 - Mind map

3 soorten rollen
  • Deelnemers
  • Voorzitter
  • Notulist 

Slide 15 - Slide

DEELNEMERS
  • Iedereen die aanwezig is 
  • Taken deelnemer:
    - luister naar inbreng anderen
    - vragen als je niet begrijpt
    - mening/antwoorden geven
    - schrijf gemaakte afspraken op
    - volg gemaakte afspraken op
  • Actieve houding tijdens de vergadering

Slide 16 - Slide

VOORZITTER
  • Bereidt overleg voor
  • regelt vergaderruimte met nodige voorzieningen
  • nodigt deelnemers op tijd uit
  • leidt het gesprek
  • controleert of gemaakte afspraken duidelijk zijn 
  • zorgt dat afspraken worden vastgelegd en nagekomen worden.

Slide 17 - Slide

NOTULIST
  • notuleert 
  • vaste notulist of wisselende notulist
  • document waarin alles vastgelegd wordt = notulen
  • notulen worden verspreid en volgend overleg doorgenomen/ gecontroleerd. 

Slide 18 - Slide

OPDRACHT
Vragen maken we aan het einde van het hoofdstuk. 

Slide 19 - Slide

DOELEN
Doelen aan het einde van deze paragraaf:
- weet je wat voor rollen er zijn in een werkoverleg
- weet je de inhoudt van deze rollen

Slide 20 - Slide

Als je de doelen terugkijkt.
Noem 1 doel dat je geleerd hebt van deze les.
timer
3:00

Slide 21 - Open question

10.3 FASEN WERKOVERLEG
  • pagina 265 - 268
  • Voorkennis ophalen
  • Theorie bespreken
  • Opdrachten maken aan het einde van het hoofdstuk
  • Doelen aan het einde van deze paragraaf:
    - weet je wat de 5 fasen zijn van een werkoverleg
    - weet je wat elke fase inhoudt

Slide 22 - Slide

timer
1:00
Welke fasen zijn er bij een werkoverleg?
Wat houdt elke fase in?

Slide 23 - Mind map

5 FASEN WERKOVERLEG
  1. voorbereiding
  2. opening
  3. bespreking
  4. afronding
  5. verslaglegging 

Slide 24 - Slide

1. VOORBEREIDING
Goede voorbereiding belangrijk. Zo weet iedereen waar hij/zij aan toe is. 
Werkoverleg heeft áltijd een agenda. Agenda = lijst van onderwerpen die besproken worden.
Soms deelnemers ook punten inbrengen. 
Bij uitnodiging zit agenda zodat deelnemer zich kan voorbereiden.

Slide 25 - Slide

AGENDA PUNTEN
Vaste punten
- opening
- mededelingen
- notulen
- rondvraag

3 soorten agenda punten
- gesloten (mededeling geen discussie mogelijk)
- half open (keuze mogelijkheid, iedereen kan mening geven)
- open ( brainstormen, open discussie)

Slide 26 - Slide

2. OPENING
  • Als iedereen er is, vergadering geopend.
  • Definitieve agenda opgesteld (soms valt een punt weg of komt er iets bij)
  • Notulen van vorige keer goedgekeurd. 

Slide 27 - Slide

3. BESPREKING
Bespreken van agenda punt kan diverse doelen hebben
  • beeld vormen
  • beslissing nemen
  • voortgang bespreken

Slide 28 - Slide

4. AFRONDING
Bespreking eindigt met rondvraag. 
Opmerking of vragen van deelnemers.
datum en tijd volgend overleg vastgesteld. 

Slide 29 - Slide

5. VERSLAGLEGGING
Alle beslissingen die genomen zijn 
Alle onderwerpen die besproken zijn
zorgt dat alles duidelijk is en er geen onduidelijkheid kan ontstaan. 
Notulist doet dit tijdens vergadering.

Slide 30 - Slide

NOTULEN
In notulen staan:
  • naam overleg
  • datum tijdstip overleg
  • aanwezigen
  • afwezigen
  • agendapunten
  • korte samenvatting per agendapunt
  • afspraken die gemaakt zijn/beslissingen die genomen zijn

Slide 31 - Slide

OPDRACHT
Aan het einde van dit hoofdstuk maken we alle opdrachten. 

Slide 32 - Slide

DOELEN
Doelen aan het einde van deze paragraaf:
- weet je wat de 5 fasen zijn van een werkoverleg
- weet je wat elke fase inhoudt

Slide 33 - Slide

Noem de 5 fasen van een werkoverleg
timer
1:30

Slide 34 - Open question

Als je de doelen terugkijkt.
Noem 1 doel dat je geleerd hebt van deze les.
timer
3:00

Slide 35 - Open question

10.4 FORMELE GESPREKKEN
  • pagina 268 - 269
  • Voorkennis ophalen
  • Theorie bespreken
  • Opdrachten maken, alle opdrachten van hele hoofdstuk
  • Doelen aan het einde van deze paragraaf:
    - weet je wat voor soorten formele gesprekken er zijn
    - weet je wat een functioneringsgesprek inhoudt
    - weet je wat een beoordelingsgesprek inhoudt

Slide 36 - Slide

timer
1:00
Wat voor een soort formele gesprekken heb jij bij je BPV of werk gehad?
Was er verschil tussen bepaalde gesprekken?

Slide 37 - Mind map

2 SOORTEN FORMELE GESPREKKEN
Formeel = officieel/ zoals het hoort

  • Functioneringsgesprek
  • Beoordelingsgesprek

Slide 38 - Slide

FUNCTIONERINGSGESPREK
  • tweezijdig gesprek 
  • werknemer en leidinggevende geven input
  • gaat over jouw functioneren/ hoe voer je werkzaamheden uit, hoe ga je om met collega's. 
  • hoe vind je zelf dat het gaat, wat vind je van je taken, wat zou je nog willen in de toekomst. Welke taken vind je makkelijk/moeilijk etc. 
  • Er worden afspraken gemaakt en doelen gesteld

Slide 39 - Slide

BEOORDELINGSGESPREK
  • adhv gemaakte afspraken tijdens functioneringsgesprek volgt beoordelingsgesprek 
  • eenzijdig gesprek 
  • leidinggevende beoordeelt jouw functioneren
  • bespreekt wat er goed is gegaan met jou en of je doelen/afspraak behaald hebt
  • Gevolgen: positieve beoordeling salarisverhoging/promotie
    Negatief: herhaaldelijke negatieve beoordeling --> ontslag

Slide 40 - Slide

OPDRACHT
Vat als klas op het bord samen wat de verschillen zijn tussen functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek. 

Slide 41 - Slide

DOELEN
Doelen aan het einde van deze paragraaf:
- weet je wat voor soorten formele gesprekken er zijn
- weet je wat een functioneringsgesprek inhoudt
- weet je wat een beoordelingsgesprek inhoudt

Slide 42 - Slide

Als je de doelen terugkijkt.
Noem minimaal 1 doel dat je geleerd hebt van deze les, wat wist je nog niet van dit doel en nu wel.
timer
3:00

Slide 43 - Open question

OPDRACHT
  • Lees hoofdstuk 10 (261 - 270) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt. 

  • Maak vraag 1 - 11  (p. 271 - 272).

  • Zoek 1 begrip op dat je geleerd hebt in deze paragraaf. (volgende dia komt deze vraag ;) )

Slide 44 - Slide


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 45 - Poll


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll

EINDE HOOFDSTUK

Slide 47 - Slide