Herhalingsles hoofdstuk 5

1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

5.1 Wat is een rechtsstaat?
A
Een land waarin de rechters alle macht hebben.
B
Een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in de wetten staan.
C
Een land dat wordt bestuurd door een klein groepje mensen, die alle macht hebben.
D
De meest strenge autoritaire staten.

Slide 2 - Quiz

5.1 Waar of niet waar?
China is een voorbeeld van een autoritaire staat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

5.2 Wat zijn sociale mensenrechten?

Slide 4 - Open question

5.2 Koppel de begrippen
Vrijheid van meningsuiting
Recht op onderwijs
Recht op uitkeringen
Vrijheid van godsdienst
Grondrechten
Sociale grondrechten

Slide 5 - Drag question

5.3 Koppel de begrippen
Parlement
Ministers en ambtenaren
Rechters
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 6 - Drag question

5.3 Waar of niet waar?
De wetgevende macht voert de wetten uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

5.4 Noem minimaal twee risicofactoren?

Slide 8 - Open question

5.4 Wat is een overtreding?
A
Een ernstig strafbaar feit
B
omstandigheden die het risico vergroten dat iemand crimineel wordt.
C
Strafbare feiten die minder erg zijn.
D
Een lijst met misdrijven waarvoor je bent gestraft.

Slide 9 - Quiz

5.5 Wat is een vonnis?
A
Een speciaal politieverslag waarin alle informatie staat over het misdrijf en over de verdachte.
B
Degene die beslist wat er met de verdachte gaat gebeuren.
C
Degene die beslist of de verdachte schuldig is.
D
De uitspraak van de rechter.

Slide 10 - Quiz

5.5 Wat schrijft de politie na afloop van een onderzoek?

Slide 11 - Open question

5.6 Koppel de begrippen
Criminaliteit hard aanpakken 
Crimininaliteit voorkomen. 

Repressie 
Preventie 

Slide 12 - Drag question