4.2 uitleg online

Elektriciteit

4.2  spanning
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Elektriciteit

4.2  spanning

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Weten wat onder een spanningsbron wordt verstaan en enige voorbeeld hiervan kunnen noemen.
  • Weten dat een spanningsbron als een batterij twee polen heeft. 
  • Weten dat er tussen de polen van een spanningsbron spanning aanwezig is en kunnen uitleggen wat daarmee bedoeld wordt. 
  • verschil tussen spanning en stroom kunnen uitleggen
  • Weten wat een accu is.
  • Weten wat een dynamo is en kunnen beschrijven hoe er elektriciteit wordt opgewekt in een dynamo. 
  • De grootheid spanning in de elektriciteit kennen met zijn symbool, eenheid en meetinstrument. 
  • Weten je hoe met twee batterijen van 1,5 V een spanning van 3 V kunt opwekken. 
  • Weten wat wordt verstaan onder elektrische energie. 
  • Weten wat een generator is en waarvoor hij dient. 
  • Weten hoe de elektriciteit van de centrale naar de huizen wordt getransporteerd. 
  • Weten wat de functie van een transformator is en waarvoor deze wordt gebruikt bij het transport van elektriciteit. 

Slide 2 - Slide

Spanningsbron
Een spanningsbron levert de spanning die nodig is om elektrische stroom door apparaten te laten lopen.
Voorbeeld: stopcontact, batterijen, accu 

Slide 3 - Slide

Verschil tussen spanning en stroom

Slide 4 - Slide

Spanning
Het water van de rivier loopt bij de waterval van boven naar beneden. 

In de batterij loopt de stroom van plus naar min. Dit is altijd zo!

De waterval is klein, dus de kracht is laag. Dit moet de spanning van de batterij voorstellen, die is ook laag. 

Slide 5 - Slide

Stroom
De waterval is hier veel groter. je kan hier ook niet meer veilig zwemmen. 

De spanning is hier hoog. 
Dit zou bijvoorbeeld een stopcontact kunnen voorstellen. 

Een stopcontact heeft een spanning van 230 volt. 
De stroom is ook gevaarlijk bij een hoge spanning.

Slide 6 - Slide

Kabouters en houtblokken, stroomsterkte en spanning 
Je kunt stroomsterkte en spanning vergelijken met kabouters die met houtblokken een kampvuur brandend moeten houden. 

De batterij, de energiebron, is te vergelijken met de houtvoorraad aan de rand van het bos. 

De kabouters die het hout van de rand van het bos naar de kampvuurplaats brengen zijn te vergelijken met de stroom die de energie vervoert van de spanningsbron naar een energieverbruiker (bijvoorbeeld een lampje).  

Slide 7 - Slide

Stroomsterkte
1
2
3

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Dynamo / Generator

Slide 10 - Slide

Spanning
Spanning is een grootheid. 
De afkorting die hierbij hoort is U.
De eenheid die bij spanning hoort is Volt (V)

Een batterij heeft een spanning van 9V: 
U = 9V
U is afkomstig van het Latijnse urgere (dringen, drukken, duwen).
Volt: De eenheid is genoemd naar de Italiaanse natuurkundige Alessandro Volta. Deze vond in 1800 de eerste chemische batterij uit ( zuil van Volta)

Slide 11 - Slide

Meten
Spanning kun je meten. Daarvoor gebruik je een spanningsmeter of Voltmeter.

Slide 12 - Slide

Opwekken van elektriciteit

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoe krachtig een spanningsbron is kan je meten.
Waarin meten we de spanning?
A
Watt
B
Serie
C
Volt
D
Ampere

Slide 15 - Quiz

Spanning is een grootheid.
Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 16 - Quiz

sleep het woord naar de juiste plek.
transformatorhuisje
transformatorstation
woning
elektriciteitscentrale
hoogspanningsmast

Slide 17 - Drag question

De spanning van een batterij is 1,5 Volt. Hoe kun je dit kort noteren?
A
S = 1,5 U
B
U = 1,5 V
C
V = 1,5 U
D
S = 1,5 V

Slide 18 - Quiz

Sleep het apparaat naar de juiste beschrijving. Bij sommige beschrijvingen horen meer apparaten.
geeft geluid
geeft licht
geeft beweging
geeft warmte
fietslamp
mp3-speler
strijkijzer
kolomboor
waterkoker
kerstverlichting

Slide 19 - Drag question

Bij een fietsdynamo loopt er maar één draadje van de dynamo naar de lamp.
Hoe kan de lamp toch branden?
A
Bij een fietslamp is geen stroomkring nodig
B
De stroom loopt terug door het frame van de fiets

Slide 20 - Quiz

Wat is de normale spanning op het stopcontact in Nederland?
A
115 Volt
B
220 Volt
C
230 Volt
D
350 Volt

Slide 21 - Quiz