7.3 en 7.4 formatieve toets (zwaartekracht en veerkracht)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

formatieve toets 7.3 en 7.4 

Wat heb je niet nodig om een kracht te tekenen?

1. Een schaal
2. Een richting
3. Een aangrijpingspunt
4. Een assenstelsel

Krachten kan je meten met een

1. weegschaal
2. veerunster
3. thermometer

Wat is de eenheid en het symbool van de grootheid kracht

1. symbool : F eenheid : Newton
2. symbool : N Eenheid : Kilogram
3. symbool : F Eenheid : Meter
4. symbool : N eenheid : Newton

De punt op de steen is het aangrijpingspunt. Welke kant zou de pijl op getekend moeten worden om de zwaartekracht aan te geven.

1. naar boven
2. naar rechts
3. naar beneden
4. naar links

Hoe groot is de zwaartekracht op een fiets van
11,2 kg?

1. 0,88 N
2. 109,9 N
3. 10,99 N
4. 1,14 N

Bereken in de situatie hiernaast de nettokracht en geef aan de richting.
Fnetto =

Hoe groter de veerconstante van een spiraalveer is, des te minder kracht het kost om deze veer uit te rekken.

1. waar
2. niet waar

Een veer is 12 cm lang. Door een massa van 300 gram wordt hij 30 cm lang. Wat is de veerconstante van de veer? Noteer je berekeningen en eenheden.

Op de maan bedraagt een gravitatieversnelling 1,6 N/kg
Neil Armstrong had een massa van 70,5 kg toen hij een voet op de maan zette.
Bereken de totale zwaartekracht die hij ondervond op de maan.

Op de planeet Mercurius ondervind een zak aardappelen van 15 kg een zwaartekracht van
55,5 N. Bereken de gravitatieversnelling?

Een spiraalveer met een veerconstante van 0,5 N/cm wordt 2,5 cm uitgerekt. Bereken de kracht die hiervoor nodig is.

Een spiraalveer rekt 4,5 cm uit als er een trekkracht van 2 N op werkt. Bereken de veerconstante van de veer.

Veer A heeft een veerconstante van 500 N/m. Veer B heeft een veerconstante van 40 N/cm.
Leg uit welke veer het slapst is.
Dus met berekening en de juiste eenheden

Einde!