This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ga rustig zitten;
Pak je schrift en Ipad;
Vul alvast het formulier in;
Log in op lessonup.
Slide 1 - Slide
Planning
Formulier invullen;
Theorie uitleg;
Waarom toch zoveel theorie?
Over 3 weken proefwerk geschiedenis.
Slide 2 - Slide
Wat hield het Von Schlieffenplan in?
A
Duitsland verslaat Frankrijk voor Rusland gemobiliseerd is.
B
Frankrijk verslaat Duitsland voor Rusland gemobiliseerd is.
C
Duitsland verslaat België voor Frankrijk gemobiliseerd is.
D
Duitsland verslaat Rusland voor Frankrijk gemobiliseerd is.
Slide 3 - Quiz
Wat zijn loopgraven?
A
Versterkingen om soldaten te beschermen.
B
Graven van soldaten in de vorm van een geweerloop.
C
Smalle gangen in de grond om soldaten te beschermen.
D
Graven waar je in kon lopen.
Slide 4 - Quiz
Loopgravenoorlog, welk front?
A
Oostfront
B
Westfront
Slide 5 - Quiz
Loopgraven- oorlog
Het Von Schlieffenplan mislukt;
Aan beide kanten van het front worden loopgraven gegraven;
Slide 6 - Slide
Loopgraven (1)
Wapens zijn te krachtig;
Loopgraven zorgen voor meer beschutting;
Westfront: meer dan 40.000 kilometer aan loopgraven.
Slide 7 - Slide
Loopgraven (2)
De loopgraven zijn gegraven in een zig-zag-vorm, dit voorkomt granaatinslagen.
Miljoenen kilometer prikkeldraad;
Loopgraven met complete ondergrondse kamers.
Slide 8 - Slide
Loopgraven (3)
Generaals geloven dat massale aanvallen vanuit de loopgraven effectief zijn. Dit is maar zelden het geval: soldaten worden kannonenvoer
Er ontstaat een niemandsland
Slide 9 - Slide
Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren.
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)
Slide 10 - Slide
Nieuwe wapens
Uitvindingen --> nieuwe wapens;
Wetenschappers en technieken steeds grotere rol;
De Eerste Wereldoorlog wordt ook 'de oorlog van de uitvinders genoemd'
Slide 11 - Slide
Welke nieuwe wapens worden er gebruikt in de eerste wereldoorlog?
Slide 12 - Mind map
Gifgas
Gifgassen moesten ervoor zorgen dat de vijand, in paniek, de loopgraven zouden verlaten
De meeste gasaanvallen waren door het gebruik van gasmaskers steeds minder dodelijk voor de soldaten, maar zorgde voor brandwonden, tijdelijke blindheid en angst.
Slide 13 - Slide
Luchtschepen
Om het slagveld beter te kunnen observeren, gebruikte men luchtschepen om de ligging van de vijandelijke loopgraven te achterhalen.
Voor observaties en bombardementen.
Slide 14 - Slide
Vliegtuigen
Met het gebruik van het vliegtuig beleeft de wereld de eerste luchtgevechten en bombardementen.
Om voor een echte doorbraak in de oorlog te zorgen, zijn de eerste vliegtuigen nog te primitief.
Slide 15 - Slide
Vlammenwerpers
Net als gifgas moet de vlammenwerper voor paniek bij de vijand zorgen.
Brandende benzine wordt, soms over afstanden van honderden meters, over het slagveld gespoten
Slide 16 - Slide
Tanks
Een rijdend stalen harnas;
Ontwikkeling zeer geheim --> de Britten gebruiken de term 'tank', van watertank.
Zelfs arbeiders wisten niet altijd wat ze maakten.
Slide 17 - Slide
Duikboten
De Duitsers probeerden met de Onbeperkte Duikbotenoorlog (1915/1917)alle schepen (oorlogs-, koopvaardij- en passagiersschepen) tot zinken te brengen.
Slide 18 - Slide
Aan het oostfront
Russische mobilisatie sneller verlopen dan verwacht > Oost-Pruisen binnengevallen door de Russen.
Duitse leger sterker en moderner: 1.000.000 Russische doden en krijgsgevangenen.
Slide 19 - Slide
Het oostfront
Rusland was niet voorbereid op een oorlog;
Eind 1917 trekt Rusland zich terug uit de oorlog --> wapenstilstand (Russische revolutie);
Duitsland kan zich nu volledig focussen op het Westelijke front;
3 maart 1918: Vrede van Brest-Litovsk.
Slide 20 - Slide
Westfront
Oostfront
Beweging op het front.
Von Schliefffenplan
Modern vs oud leger
Slide 21 - Drag question
De VS doet mee.
2 april 1917: Amerika verklaart de oorlog aan Duitsland.
Keerpunt in de oorlog;
Dit is een klap voor de Duitsers die flinke verliezen leden aan het westfront.
Lusitania en Zimmerman telegram;
Slide 22 - Slide
Langzaam beweging
Slide 23 - Slide
Duitsland geeft zich over
11 november 1918: Duitsland geeft zich over als laatste centrale macht.
De Duitse keizer wordt afgezet en de regering tekent de wapenstilstand.
Slide 24 - Slide
Het Verdrag van Versailles
28 juni 1919: Het verdrag wordt getekend en daarmee is de 1e wereldoorlog officieel ten einde.
De verliezers van de oorlog mogen niet mee onderhandelen over de bepalingen.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Huiswerk:
Dinsdag 4 oktober: maak vraag 4, 5, 6 en 7 (paragraaf 1.2).