Recyclen: de grondstof wordt gebruikt voor nieuwe producten.
Hergebruiken: schoonmaken en opnieuw gebruiken, bijvoorbeeld glazen drankflesjes.
Composteren: Reducenten zetten het om in mineralen, dat kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een moestuin.
Verbranden: afval wordt verbrand.
Storten: afval wordt gestort op een vuilnisbelt.