PDO - Les 6

• PDO
• MBO
• Studiejaar 1

PDO

Pedagogiek/Onderwijskunde

Boek: Opvoeding en Ontwikkeling. Hoofdstuk 9.

Blok 02

Les 6

Programma

• Terugblik 9.1
• Lesdoelen
• 9.2 Ik ben ik
• 9.3 Wijs kinderen de weg
• Afsluiting

Wanneer moeder bij Luuk wegloopt, begint Luuk hard te huilen. Wanneer moeder terug komt, troost moeder Luuk, maar het duurt lang voordat Luuk weer een beetje rustig is. Welk hechtingstype is hier aanwezig?

1. Veilig gehecht
2. Onveilig-vermijdend gehecht
3. Onveilig-afwerend gehecht
4. Onveilig-gedesorganiseerd gehecht

Noem 3 dingen waarvan jij denkt dat een kind het nodig heeft om zich veilig te voelen.

Kinderen ontwikkelen zich beter
als je sensitief-responsief reageert.
Wat betekent dat?

Sensitieve-responsiviteit

Sensitieve: gevoel
Responsiviteit: het woord respons zit er in. Dat betekent reactie.

Sensitive responsiviteit  betekent dat je ziet dat er iets aan de hand is en daar op reageert.
Voorbeeld: je zet dat een kind ziet dan een kind verdrietig is. Je loopt er naar toe en vraagt wat er aan de hand is. Samen zoek je naar een oplossing. 

Lesdoel les 6

• Je weet wat autonomie betekent in de ontwikkeling van een kind.
  
• Je herkent hoe je een kind helpt om het zelf te doen. 
• Je hebt inzicht in hoe je groepsklimaat kunt sturen. 

9.2 Ik ben ik

• Beschermen en loslaten 
• Autonomie begeleiden 
• Participatie: meedoen in een groep
   (denk aan het woord: participeren)

9.3 Wijs kinderen de weg

• De groep: aanpassen of niet?
  
• Groepsklimaat
  
• Groepsklimaat kun je beïnvloeden 

9.3 De groep aanpassen of niet?

Socialisatie

Het proces waarin kinderen de sociale wereld 

om zich heen steeds beter begrijpen en zich

aanpassen aan de groep.

9.3 De groep aanpassen of niet?

Losmakingsproces - pubers:

proberen zich los te maken van ouders en begeleiders

zelf verantwoordelijk zijn voor de dingen die ze doen en zelfstandig zijn

Groepsklimaat

9.3 Groepsklimaat

• Groepsprocessen
  
• Positieve invloed
  
• Negatieve invloed
  
• Positief groepsklimaat
  

9.3 Groepsklimaat

In een positieve groep kun je lekker werken.

In een negatieve groep is er altijd gedoe.

Voorbeelden?

Groepsklimaat kun je beïnvloeden

Sfeer                                                                     Positieve normen

Relaties                                                               Spiegeling 

Rollen                                                                   Verstorend gedrag 

Samenhang in de groep                             Groepsregels 

Groepsklimaat kun je beïnvloeden

Relaties

Rollen                                             Sfeerbepalend

Groepsnormen

Volgende dia:

Wat zie je?

Wat doe jij als dit bij jou voorkomt?

9.3 Groepsklimaat

Verstorend gedrag

Niet negeren!!

Duidelijk maken dat dit niet hoort

Niet voor schut zetten in de klas

Groepsregels

9.3 Kinderen stimuleren

• Ontwikkeling in een positieve sfeer
• Actieve en gemotiveerde groep
• Motivatie (drijfveer, beweegreden of stimulans)
• Gidsen (je wilt de groep de weg wijzen)

Lesdoelen les 6

Volgende week

Basisboek

Stof  goed herhalen: 9.2 + 9.3

Doorlezen: 9.4 + 9.5

Werkboek

Maken: opdrachten 9.1

FIJNE VAKANTIE ALLEMAAL!