H2 - week 12 - les 1 - Spelling H4 - les 3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


Slide 1 - Slide

- Stillezen
- Spelling H4 - tussenletters in samenstellingen - afsluiting
- Aan de slag

Doel van de les:
- Je schrijfs samenstellingen juist
- Je kent de 6 regels voor het maken van samenstellingen met -(e)n- als tussenletter




Inhoud deze les:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Tussenletters in samenstellingen

Slide 4 - Slide

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen
Kapper + schaar  = kappersschaar
Boek + plank = boekenplank

Het laatste woord is de kern. 
Tussenletters in samenstellingen
Waarom soms aan elkaar, met een -(e)n-  ertussen en waarom soms met  -s- ertussen?

Slide 5 - Slide

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. 
de kamer van een meisje = meisjeskamer
een jack om in te trainen = trainingsjack

Maar soms start het tweede woord met een s-.  
Dan hoor je het niet... 

vervang dan het tweede woord voor een woord dat niet met een s start:
meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?

meisje + fiets =  meisjesfiets                 meisjesschool
Tussenletters in samenstellingen: -s-

Slide 6 - Slide

De -(e)n-  is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:
Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 7 - Slide

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:

  1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
  2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 8 - Slide

Dan zoek je het op in een (online) woordenboek!
(niet te moeilijk doen, maar onthoud het vervolgens wel!)
Wat als je twijfelt?

Slide 9 - Slide

Welke regel is op dit woord van toepassing: karnemelk

Slide 10 - Open question

Welke regel is hier van toepassing:
- koninginnedag

Slide 11 - Open question

Welke regel is hier van toepassing:
aspergesoep

Slide 12 - Open question

Wat:
- Spelling H4 - Tussenletters in samenstellingen- 

Let op:
Je moet al de 6 regels van de uitzonderingen kennen ne in de opdrachten gebruiken. 

Werk netjes, als je iets niet snapt, vraag het dan en ga niet 
als een kip zonder kop alles goed rekenen (leer je NIETS van)

Wanneer:
Deze week

Ben je klaar?
- Spelling werkwoorden H4 (meer moeilijke werkwoorden)
Aan de slag:

Slide 13 - Slide

Wat heb je deze week geleerd bij NE?

Slide 14 - Mind map

Wat moet je over het onderwerp van deze week nog leren bij NE?

Slide 15 - Mind map