Maatschappijleer T4 Hoofdstuk 3

Pluriforme Samenleving
Hoofdstuk 3 (& 4)

Geschiedenis Nederlandse (multi-)culturele samenleving


1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Pluriforme Samenleving
Hoofdstuk 3 (& 4)

Geschiedenis Nederlandse (multi-)culturele samenleving


Slide 1 - Slide

Planning
  • Do 1 nov               H1 (+H2)
  • Vandaag              H3 (+ H4)
  • Do 15 nov             H6 (+ H5) 
  • Do 22 nov            H7 
  • Do 29 nov            herhaling alle leerdoelen 

Slide 2 - Slide

Inhoud
  • Quiz
  • Leg-uitvraag
  • Oefening
  • Einde

Slide 3 - Slide

Quiz!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waarom kon er na de Tweede Wereldoorlog voor het eerst een jongerencultuur ontstaan?
A
Door de babyboom waren er meer jongeren.
B
Door de radio werden muziek en ideeën internationaal verspreid.
C
Jongeren kregen meer te besteden.
D
Jongeren kwamen door school meer in contact met leeftijdsgenoten.

Slide 6 - Quiz

Wat is de beste omschrijving? Verzuiling was:
A
Een bouwstijl gebaseerd op Grieks-Romeinse tempels.
B
Het radicaliseren van verschillende groepen.
C
Een tijdperk van sterk georganiseerde groepen rond geloof en overtuiging.
D
De toename van sociale mobiliteit.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

In de afbeelding mist de groep liberalen, omdat:
A
Die er niet op uit waren een eigen zuil te beginnen.
B
Die nooit hebben bestaan in Nederland.
C
Die pas na de jaren '60 belangrijk werden.

Slide 9 - Quiz

Wat is juist? De ontzuiling kwam vooral door:
A
Samenwerking van partijleiders.
B
Gestegen welvaart.
C
Traditionele rolpatronen.
D
Ontkerkelijking en individualisering.

Slide 10 - Quiz

Nederland kent immigratie sinds:
A
De Tachtigjarige Oorlog
B
De jaren '60
C
2000: Tijd van Pim Fortuijn
D
Altijd al.

Slide 11 - Quiz

Waarom kwamen gastarbeiders uit Marokko en Turkije naar Nederland?
A
Ze werden gevraagd vanwege tekort aan arbeiders.
B
Ze vluchtten voor het regime daar.
C
Ze wilden als gelukszoeker profiteren van onze welvaart.
D
Gastarbeiders kwamen niet uit Marokko en Turkije.

Slide 12 - Quiz

Wat is niet een van de drie grootste migrantenstromen?
A
Gastarbeiders in de jaren '60.
B
Koloniale migranten in de jaren '70 & '80.
C
Oorlogsvluchteling sinds de jaren '80.
D
De moslimtsunami sinds 2000.

Slide 13 - Quiz

Wanneer noem je iemand vluchteling?
A
Alleen als die voor oorlog gevlucht is.
B
Als die voldoet aan de voorwaarden van de VN.
C
Als die van buiten de EU komt.
D
Als die vlucht voor oorlog, onderdrukking, beter werk of het klimaat.

Slide 14 - Quiz

Leg-uitvraag

Slide 15 - Slide

Leg uit waarom 'ontzuiling' en 'individualisering' in de jaren '60 een logisch gevolg zijn van groeiende welvaart.

Slide 16 - Open question

Oefenen

Slide 17 - Slide

1. Lees bron 8 op TB129. Beschrijf zo ook een persoonlijk voorbeeld van:
- sociale mobiliteit
- verandering in traditionele rolpatronen
- verandering naar consumptiemaatschappij
- grotere mondigheid
- groeiende emancipatiebeweging

> WB116: opdr. 1-6, 8, 11 en 13

> Vervolg deze les in LessonUp



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Cultuur in beweging

  • Vaste waarden en normen
  • Relatief
  • Tijd, plaats en groep
  • Normaal en abnormaal

Slide 25 - Slide

Culturele diversiteit

  • Verschillen

Slide 26 - Slide

Stad & platteland

  • Dorpen en steden
  • Sociale cohesie
  • Drukte en anonimiteit


Slide 27 - Slide

Jong & oud
  • Leeftijd
  • Referentiekader
  • Generatieconflict

Slide 28 - Slide

Godsdienst
  • Religie
  • Gebruiken
  • Streng of niet streng

Slide 29 - Slide

Etniciteit

  • Migratie
  • Autochtoon en allochtoon
  • Racisme?

Slide 30 - Slide

Einde

Slide 31 - Slide