Via Vooraf thema 3 hoofdstuk 2: spelling en grammatica

Thema 3 hoofdstuk 2

Spelling & Grammatica
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 3 hoofdstuk 2

Spelling & Grammatica

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een werkwoord is.

Herhaling lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord.

Slide 2 - Slide

Terug naar thema 2
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 4 - Quiz

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 5 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
aardige, rode, vierkante
C
Kees, tulp, tafel
D
zitten, staan, eten

Slide 6 - Quiz

Werkwoorden (doe-woord)
deze woorden kunnen veranderen afhankelijk over wie het gaat.
Je kan er "ik, hij, wij, zij, jullie" voor zetten.

ik loop
hij/ zij loopt
wij lopen
zij lopen

Slide 7 - Slide

Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 8 - Quiz

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme

Slide 9 - Quiz

Bedenk zoveel mogelijk werkwoorden

Slide 10 - Mind map