1.4 celorganellen

Lesplanning 22-09
  • Inleveren verslag
  • Stukje herhaling
  • Uitleg 1.4
  • Werken aan de opgaven
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning 22-09
  • Inleveren verslag
  • Stukje herhaling
  • Uitleg 1.4
  • Werken aan de opgaven

Slide 1 - Slide

Bonusvraag
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel

orgaanstelsel

cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme

Slide 2 - Drag question

Wat hebben plantaardige cellen wel en dierlijke cellen niet?

Slide 3 - Open question

Noem een organel wat dierlijke en plantaardige cellen hebben

Slide 4 - Open question

Wat heeft wat?
Plantencel
Dierlijke cel
Plantencel
Dierlijke cel

Slide 5 - Drag question

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 6 - Quiz

Celkern
Bladgroenkorrels
Celwand
Vacuole
Regelt alle processen in de cel
Maakt voedsel voor de cel (suiker)
Zorgt voor stevigheid van de cel
Blaasje in de cel met water. Geeft stevigheid aan de cel

Slide 7 - Drag question

Uitleg celorganellen bs 1.4

Slide 8 - Slide

Celkern
Kernmembraan
Kernplasma
Kernporiën
Chromosomen (rond eiwit)

Slide 9 - Slide

Endoplasmatisch Reticulum (ER)
Ruw: Bevat ribosomen. 
Start de eiwitsynthese

Glad: Bevat geen ribosomen.
Verschilt per cel, hormonen, vetten.

Slide 10 - Slide

Welke eigenschappen van eiwitten ken je nog?

Slide 11 - Mind map

Alle HORMONEN
 en ENZYMEN 
in ons lichaam zijn 
EIWITTEN!!


Slide 12 - Slide

Ribosoom
 Maken de eiwitten (= eiwitsynthese). 
Zowel los in het cytoplasma of op membraan van het ruw endoplastisch reticulum [RER]


Slide 13 - Slide

Endoplasmatisch Reticulum (ER)
Taak: eiwitten verpakken en verplaatsen.
Blaasjes met eiwitten gaan vervolgens naar het golgisysteem.

Slide 14 - Slide

Golgisysteem
Afmaken eiwitten, tot de definitieve vorm.

Afsnoeren van de eiwitblaasjes is exocytose.

Doorsturen voor secretie. 

Maken van lysosomen

Slide 15 - Slide

lysosoom.
in dierelijke cellen zitten lysosomen. 
dit is een onderdeel van de cel dat enzymen bevat. Deze kunnen eiwitten, koolhydraten en vetten afbreken.
Ribosomen helpen dus bij de opbouw van de cel en lysosomen breken de afvalstoffen af.

Slide 16 - Slide

Mitochondriën
Dubbel membraan
Verbranden van voedingsstoffen naar ATP.

ATP = molecuul met erin opgeslagen energie

Slide 17 - Slide

Chloroplast
Dubbel membraan.
In een plantencel.

Fotosynthese.

Platte blaasjes (stapeltjes) zetten licht om in glucose

Slide 18 - Slide

Membranen
Bescherming, om het cytoplasma.

Stoffen wisselen binnen <--> buiten.


Slide 19 - Slide

Bescherming?
Buitenkant is hydrofiel

Binnenkant is hydrofoob

Fosfolipiden.

Slide 20 - Slide

Samenvatting
  • Celmembraan: Barrière tussen de binnenkant en de buitenkant. Houdt selectief stoffen tegen.
  • Ribosomen: Maken van eiwitten.
  • ER: Stoffen transporteren door de cel.
  • Golgisysteem: Eiwitten afmaken en vervoeren.
  • Mitochondriën: Verbranding van voedingsstoffen.
  • Chloroplasten: Synthese van voedingsstoffen met CO2 om te groeien en energie op te slaan.

Slide 21 - Slide

Waar vindt verbranding plaats?
A
In onderdeel B
B
In onderdeel E
C
In onderdeel F
D
In onderdeel B, E en F

Slide 22 - Quiz

Waar begint de eiwitsynthese?
A
In onderdeel B
B
In onderdeel E
C
In onderdeel F
D
In onderdeel B, E en F

Slide 23 - Quiz

Waar eindigt de eiwitsynthese?
A
In onderdeel B
B
In onderdeel E
C
In onderdeel F
D
In onderdeel B, E en F

Slide 24 - Quiz

Waar vindt secretie plaats?
A
In onderdeel A
B
In onderdeel C
C
In onderdeel B
D
in onderdeel E

Slide 25 - Quiz

Welke twee organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese in het cytoplasma?
A
ER en Celmembraan
B
Ribosomen en chloroplasten
C
Golgisysteem en Plastiden
D
Ribosomen en ER

Slide 26 - Quiz

En dan nu?
 Basisstof 4 opdr. 28 t/m 32

Slide 27 - Slide