Introductie medicatie

VTH periode 2: Medicatie + Vitale functies






(zie Word document ITS learning)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VTH periode 2: Medicatie + Vitale functies






(zie Word document ITS learning)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je uitleggen wat de wet BIG is en wat deze wet voor de verpleegkundige betekent

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zoek mij eens op:

79915265130

Slide 3 - Slide

This item has no instructions



Lees: 
Hoofdstuk 1
Bladzijde  2 t/m 9

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is het o.a. het doel van de wet BIG
A
Het bestraffen van zorgverleners bij het maken van fouten
B
Het beschermen van de beroepsgroep
C
Het bewaken van de kwaliteit van de zorgverlening
D
Het regelen van de arbeidsvoorwaarden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De wet BIG is alleen van toepassing op artsen en verpleegkundigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'functionele zelfstandigheid' in het kader van de wet BIG
A
Een verpleegkundige mag beslissingen nemen over beleid van de instelling
B
Een verpleegkundige mag bepaalde handelingen zelfstandig uitvoeren binnen een opdracht van een arts
C
Een verpleegkundige mag alleen handelingen verrichten onder directe supervisie
D
Een verpleegkundige mag geen handelingen uitvoeren zonder overleg

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet een verpleegkundige zich herregistreren in het BIG-register?
A
Elke 2 jaar
B
Elke 3 jaar
C
Elke 5 jaar
D
Nooit, registratie is eenmalig

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een voorbehouden handeling?
A
Katheteriseren bij de man
B
Het meten van een bloeddruk
C
Hechtingen verwijderen
D
zuurstof toedienen

Slide 10 - Quiz

Voorbehouden handelingen zijn risicovolle handelingen die in de wet BIG staan en staat beschreven welke hulpverlener deze zelfstandig mag uitvoeren

Risicovolle handelingen staan niet in de wet BIG-> zorgverlener moet wel aan dezelfde eisen voldoen (zorgvuldig handelen)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Een voorbehouden handeling mag door een verpleegkundige worden gedelegeerd aan een niet BIG- geregistreerde collega als die voldoende bekwaam is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'voorbehouden handeling onder voorwaarden uitvoeren'?
A
De verpleegkundige voert de handeling alleen uit in het bijzijn van een arts
B
De verpleegkundige mag de handeling uitvoeren met toestemming van de patiënt
C
De verpleegkundige voert de handeling uit op basis van een opdracht, mits bevoegd en bekwaam
D
De verpleegkundige mag de handeling alleen in acute situaties uitvoeren

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Naar bevoegd en bekwaam

-> theorie op school eigen maken
-> meekijken bij de handeling
-> meehelpen bij de handeling
-> onder begeleiding doen
-> zelfstandig uitvoeren

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat kan er gebeuren als een verpleegkundige een voorbehouden handeling uitvoert zonder bevoegd en bekwaam te zijn
A
Er gebeurt niks zolang de patiënt geen klachten heeft
B
De verpleegkundige kan een waarschuwing van de leidingevende
C
De verpleegkundige kan tuchtrechtelijk vervolgd worden
D
De verpleegkundige wordt automatisch overgeplaatst naar een andere afdeling

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Klacht
Maatregel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Meer lezen? 
https://www.venvn.nl/nieuws/7-lessen-voor-verpleegkundigen-en-verzorgenden-uit-tuchtzaken-van-2023/

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een verpleegkundige dient per ongeluk het verkeerde medicijn toe. Wat betekent dit volgens de Wet BIG
A
Het is niet erg, want fouten maken is menselijk
B
De verpleegkundige moet de fout direct melden (MIC)
C
De verpleegkundige moet de fout zelf corrigeren
D
De verpleegkundige wordt ontslagen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wie is verantwoordelijk bij het verrichten van een voorbehouden handeling?
A
De opdrachtgever
B
De opdrachtnemer
C
Allebei

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een opdracht voor een voorbehouden handeling mag alleen schriftelijk worden gegeven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vragende voornaamwoorden
  • Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vrag.vnw):
    wie, wat, welk(e), wat voor (een).

  • Een vrag.vnw staat meestal aan het begin van een vraag. Welke spieren train je met hardlopen?

  • Wanneer een vrag.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan.

    Weet jij wie er morgen op je verjaardag komen
    Wie komen er vanavond op je verjaardag, weet jij dat?
    Wie = vragend voornaamwoord



Heb je nog vragen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Theorie algemene geneesmiddelenleer

Huiswerk
  • maak de e-learnings: medicijnen, soorten medicijnen en toedienen van medicijnen
  • Lees uit het boek 'Verpleegtechnische handelingen' hoofdstuk 2 t/m 4

Slide 22 - Slide

This item has no instructions