2.1 Deeltjesmodel

Hoofdstuk 2
Het weer
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Het weer

Slide 1 - Slide

§1 Het deeltjesmodel
Deeltjesmodel
Fasen en faseovergangen
Faseovergangen en het weer

Slide 2 - Slide

Het deeltjesmodel
Elke stof heeft zijn eigen moleculen
Moleculen kunnen we niet zien, wel voorstellen, dit noemen een model
Deeltjesmodel, moleculen hebben de eigenschappen:
  • Moleculen van een stof veranderen niet
  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend
  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 3 - Slide

In het deeltjesmodel hebben de moleculen een aantal eigenschappen. Welke eigenschap hoort hier niet bij?
A
De moleculen van een stof veranderen niet
B
De moleculen van een stof hebben dezelfde temperatuur
C
De moleculen van een stof bewegen voortdurend
D
De moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 4 - Quiz

Fasen
Vaste stof: 
  • Moleculen hebben een vaste plaats
  • Zijn voortdurend in trilling
  • Afstand tussen moleculen is klein en de onderlinge aantrekkingskracht is groot

Slide 5 - Slide

Fasen
Vloeistof: 
  • Moleculen bewegen door elkaar, geen vaste plaats
  • Aantrekkingskracht kleiner dan bij een vaste stof,  groot genoeg om ze bij elkaar te houden

Slide 6 - Slide

Fasen
Gas: 
  • Moleculen bewegen los van elkaar door de ruimte
  • Afstand tussen moleculen erg groot en onderlinge aantrekkingskracht erg klein

Slide 7 - Slide

Bij welke fase is de aantrekkingskracht het grootst
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 8 - Quiz

Faseovergang
Temperatuur stijgt

Moleculen bewegen sneller

Onderlinge afstand groter

Aantrekkingskracht kleiner


Slide 9 - Slide

Hoe wordt de faseovergang van vast naar vloeibaar genoemd
A
Condenseren
B
Sublimeren
C
Smelten
D
Stollen

Slide 10 - Quiz

Bij welke fase is de onderlinge afstand tussen de moleculen het grootst?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je de faseovergang van vast naar gas?
A
Sublimeren
B
Stollen/bevriezen
C
Verdampen
D
Rijpen

Slide 12 - Quiz

Faseovergangen en het weer
Lucht is een mengsel van verschillende gassen o.a. water
Gasvormige water noem je waterdamp

Condenseren belangrijk bij weersverschijnselen (mist, dauw)
Waterdamp in lucht koelt af en condenseert tot waterdruppels
Temperatuur onder vriespunt, geen dauw maar rijp 
Waterdamp van gas naar vast, rijpen

Slide 13 - Slide

Als de temperatuur onder het vriespunt is dan ontstaan er kleine ijskristallen. Hoe heet de faseovergang die hierbij hoort?
A
Sublimeren
B
Rijpen
C
Stollen
D
Condenseren

Slide 14 - Quiz