Godsdienst

Godsdienst
Gemaakt door Yara, Lotte, Esmee en Noa 
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Godsdienst
Gemaakt door Yara, Lotte, Esmee en Noa 

Slide 1 - Slide

Polytheïsme
Het geloof van de Egyptenaren had meer goden= polytheïsme

Slide 2 - Slide

Egyptische godsdienst
Zonnecultus
Aan het einde komt er ook nog een quiz, dus goed opletten.

Slide 3 - Slide

Zonnecultus 
  • De zonnecultus was het geloof en de verering van de zon als goddelijke kracht.
  • De Egyptenaren zagen de zon als het allerbelangrijkste hemellichaam.
  • Zonder de zon was er geen leven (oogst, warmte, licht) Daarom was de zon heilig, en kreeg de zonnegod Ra een ereplaats in hun geloof.
  • De stad Heliopolis (in het egyptisch: Lunu) was het grote centrum van ra’s verering, daar stond de hoofdtempel met een speciale dienst tereren van Ra. In deze stad ontstond ook de mythe van de schepping, waarin Ra de wereld schiep uit de oerwateren.

Slide 4 - Slide

Wat is de zonnecultus?
  • Farao’s noemde zich zelf de zoon van Ra en bouwden piramides, Obelixen en zonnetempels om hun band met de zonnegod te tonen
  • De farao achnaton stelde Ra centraal als enige god
  • De zonnecultus draaide om de zon als symbool van leven, macht 
  • Ra was het hoofdfiguur 
  • De farao’s zagen zichzelf als de zonen van Ra 
  • De zon stond voor de eeuwige kringloop van dood en wedergeboorte 
  • Tijdens achnaton’s, tijd werd het bijna een vorm van monotheïsme 

Slide 5 - Slide

Dagelijkse zonnecultus 
In de zonnecultus werd de reis van de zon aan de hemel gezien als Ra die met zijn zonneboot  vaart:  
  • ‘s ochtends: Ra werd herboren in het oosten.
  • Overdag: Ra bracht licht en leven.
  • ‘s avonds: Ra ging onder in het westen.
  • ‘s nachts: Ra voer door de onderwereld en vocht tegen chaos draak apophis.
  • Dit ritueel herhaalde zich elke dag en nacht, eeuwige cyclus van leven, dood en wedergeboorte

Slide 6 - Slide

Goden van het polytheïsme
Ra= de zonnegod, vaak gezien als de schepper en de koning van de goden.
Osiris= god van het dodenrijk, wedergeboorte en de wijl
Isis= godin van magie en bescherming, vrouw van Osiris.
Horus= valkgod, beschermer van de farao.
Anubis= god van mummificatie en de doden, herkenbaar aan zijn jakhalzenkop.
Thoth= god van wijsheid en schrijven.

Slide 7 - Slide

Ra   
 god van: de zon, het was 1 van de belangrijkste goden.
Mythe: Elke dag reisde hij met zijn zonneboot over de hemel en ‘s nachts door de onderwereld, waar hij vocht tegen chaos en kwaad, zodat de zon de volgende dag weer kon op komen.

Slide 8 - Slide

Isis
godin van: magie, moederschap, liefde en bescherming.
Mythe: Isis is de trouwe vrouw van Osiris en moeder van Horus. Ze gebruikte krachtige magie om Osiris tot leven te wekken en om haar zoon Horus te beschermen tegen gevaar. Ze werd gezien als de ideale vrouw en moeder.

Slide 9 - Slide

Osiris
God van: de onderwereld, wedergeboorte en vruchtbaarheid.
Mythe: Osiris was koning van Egypte, maar werd door zijn jaloerse broer Seth vermoord en in stukken gehakt.zijn vrouw Isis verzamelde zijn lichaam en wekte hem weer tot leven. Hij werd de heerser van de onderwereld en rechter van de doden.

Slide 10 - Slide

Horus
God van: de hemel, de farao’s en wraak
Mythe: Horus is de zoon van Osiris en Isis. Toen hij volwassen werd, vocht hij tegen zijn oom Seth om de troon van Egypte te wreken en op te eisen. Dit gevecht symboliseerde de strijd tussen orde (Horus) en chaos (Seth). De farao werd gezien als Horus op aarde.

Slide 11 - Slide

Mythe over Ra:
Ra bracht licht en leven naar de aarde en ‘s nachts reisde hij naar de onderwereld, waar hij chaos en duisternis moest verslaan vooral apophis. Ra reisde namelijk elke dag met zijn zonneboot elke nacht vocht Ra tegen apophis, een grote slang die probeerde zijn boot tegen te houden en zo de zon te laten verdwijnen. Als Ra won, kwam de zon volgende ochtend weer op, dit verklaarde voor de Egyptenaren de cyclus van dag en nacht. De farao werd gezien als de “zoon van Ra”. Dat maakte hem een soort halfgod en dat gaf hem het recht om te regeren. Veel farao’s namen zelfs namen aan als Rames.

Slide 12 - Slide

Feiten 
  • Ze geloofden in het hiernamaals.
  • De goden hadden mooie tempels zoals karnak en luxor.
  • Omdat een dood lichaam intact moest blijven voor het hiernamaals, ontwikkelden de Egyptenaren het mummificeren.
  • De farao werd gezien als de levende incarnatie van Horus op aarde.

Slide 13 - Slide

Verhaal van toet
Verhaal van Toet
Er werd lang geleden een prinsje Toetanchaton geboren. Zijn naam betekende “levend beeld van Aton”. Aton was de zonneschijf die zijn vader, farao Achnaton, als enige god wilde laten vereren. Het was een tijd van onrust. De oude goden zoals Ra, Osiris en Amon waren verboden, tempels werden gesloten en priesters waren machteloos omdat Achnaton dat alles had verboden.
Toen Toetanchaton nog maar negen jaar oud was, stierf zijn vader Achnaton en werd Toetanchaton tot farao gekroond. En op zijn negenjarige leeftijd rustte het gewicht van Egypte al op zijn schouders. Hij luisterde naar de wijzen om hem heen en zijn adviseurs zagen dat het volk ongelukkig was zonder hun oude goden.
Dus veranderde de jonge zijn naam naar Toetanchamon, “levend beeld van Amon”, en liet de tempels herbouwen. De goden keerden terug en het volk was blij.
Op zijn 18e overleed hij, en in 1922 werd zijn graf ontdekt door een Engelse archeoloog.

Slide 14 - Slide

Wat voor soort geloof was de zonnecultus?
A
monotheïsme
B
koninklijk
C
polytheïsme
D
Christelijk

Slide 15 - Quiz

Waarom was Ra de koning van de goden?

Slide 16 - Open question

Welk ritueel herhaalde Ra elke dag?

Slide 17 - Open question

Wat is de Egyptische vertaling van heliopolis?
A
christina
B
luna
C
leo
D
koning

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het grote centrum van Ra’s verering?

Slide 19 - Open question

Wat betekent “Toetanchamon”

Slide 20 - Open question

Hoe oud was Toetanchamon toen hij farao werd?

Slide 21 - Open question

Debat
De klas word nu opgedeeld in 2 groepen. 
En ga je een debat voeren over:
Helft 1: waarom die geloof echt waar kon zijn.
Helft 2: waarom die geloof niet waar kon zijn.

Slide 22 - Slide