Oefenopgaven voortgangstoets onderdeel geschiedenis

Oefenopgaven voortgangstoets geschiedenis
1 / 52
next
Slide 1: Slide
geschiedenis (pabo)HBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenopgaven voortgangstoets geschiedenis

Slide 1 - Slide

Toetsdoelen geschiedenisdeel 
De student kan …
1. bij elk tijdvak aangeven hoe het icoontje zich tot de naam van het tijdvak verhoudt;
2. 49 kenmerkende aspecten (passief) koppelen aan de tien tijdvakken;
3. de verschillende tijdvakbenamingen verklaren aan de hand van kenmerkende aspecten;
4. de volgende kantelmomenten uit de westerse geschiedenis bij benadering plaatsen in de tijd: Agrarische Revolutie, Christendom verovert Europa, Renaissance, Reformatie, Wetenschappelijke Revolutie en Verlichting;
5. deze kantelmomenten (Agrarische Revolutie, Christendom verovert Europa, Renaissance, Reformatie, Wetenschappelijke Revolutie en Verlichting) a.d.h.v. relevante canonvensters toelichten;
6. de ondertitel van elk canonvenster verklaren of verduidelijken;
7. benoemen in welk tijdvak specifieke canonvensters vallen;
8. oorzaak-gevolgrelaties tussen verschillende canonvensters aanwijzen;
9. in hoofdlijnen uitleggen hoe ons land wordt bestuurd en gebruikt daarbij de begrippen: constitutionele monarchie, parlementaire democratie, regering, kabinet, minister-president, parlement (Eerste en Tweede kamer), gemeenteraad, burgemeester, college van B&W, provinciale staten en waterschappen.
10. in hoofdlijnen uitleggen hoe binnen de Europese Unie (op welke terreinen) wordt samengewerkt en gebruikt daarbij de begrippen: Europese Commissie, Raad van Ministers, Europese Raad en Europees Parlement.

Slide 2 - Slide

Leerstof en leertips
• Keissen, H. (2018). Kennisbasis Geschiedenis. Groningen: Noordhoff.
• Reader ‘Staatsinrichting voortgangstoets 2021’, te vinden op Itslearning.
• https://www.canonvannederland.nl - alle 50 vensterteksten
• alle op Itslearning geplaatste materialen

Tip: teken allereerst een tijdbalk (op schaal). Richt je eerst op de volgorde van en onderlinge relaties tussen de tijdvakken. Wat is grofweg het grote verhaal van onze (Nederlands/Europese) geschiedenis?  Vervolgens probeer je een duidelijk beeld te krijgen van elk tijdvak afzonderlijk. Vraag je bij elk tijdvak af wat bedoeld wordt met de kenmerkende aspecten die bij het tijdvak horen. Vertaal de kenmerkende aspecten in je eigen woorden. Ten slotte ga je de canonvensters aan de tijdvakken koppelen. De canonvensters zijn weer concrete voorbeelden van de kenmerkende aspecten. 

Werk dus van breed/globaal toe naar de meer concrete gebeurtenissen en historische personen per tijdvak. Bestudeer de canonvensters in grote lijnen. Verlies je niet in details. Gaat erom dat je overzicht krijgt in de tijd.  Dat je thuis raakt in de tijd.

Slide 3 - Slide

-50
500
1000
1500
Sleep de icoontjes naar het juiste tijdvak

Slide 4 - Drag question

Tijd van steden en staten:
Verklaar in je eigen woorden het icoontje
(wit embleem én de afbeelding daarachter)
van dit tijdvak

Slide 5 - Open question

Tijd van pruiken en revoluties:
Verklaar in je eigen woorden het icoontje
(wit embleem én de afbeelding daarachter)
van dit tijdvak

Slide 6 - Open question

Tijd van burgers & stoommachines:
Verklaar in je eigen woorden het icoontje
(wit embleem én de afbeelding daarachter)
van dit tijdvak

Slide 7 - Open question

Plaats  kenmerkende aspecten in  chronologische volgorde
1
2
3
4
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
De hernieuwde interesse voor de klassieke oudheid.
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

Slide 8 - Drag question

Plaats  kenmerkende aspecten in  chronologische volgorde
1
2
3
4
Discussies over de ‘sociale kwestie’. 
Het begin van de Europese overzeese expansie.
Opkomst van verzet in de koloniën tegen het West-Europese imperialisme.
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.

Slide 9 - Drag question

Plaats  kenmerkende aspecten in  chronologische volgorde
1
2
3
4
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven: verlicht absolutisme.
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden (Holocaust).
De protestantse reformatie en splitsing van de christelijke kerk in West-Europa.

Slide 10 - Drag question

-50
500
1000
1500
Sleep de canonvensters naar het juiste tijdvakken
Hunnebedden
Karel de Grote
Hebban olla vogala
Willem van Oranje
Slavernij
Kolen en gas
De Romeinse limes

Slide 11 - Drag question

Sleep de kantelmomenten naar het juiste tijdvak rechts van de tijdbalk
Reformatie
Renaissance
Agrarische Revolutie
Christendom verovert Europa
Verlichting
Wetenschappelijke Revolutie

Slide 12 - Drag question

Welk woord weg?

Welk begrip past NIET bij het gedachtegoed van de Agrarische Revolutie?

landbouw - vruchtbare halvemaan - nomadisch bestaan - voedseloverschot - handel - nederzetting
A
nederzetting
B
voedseloverschot
C
nomadisch bestaan
D
handel

Slide 13 - Quiz

Bij welk kantelmoment horen de volgende canonvensters?

Beemster - Hugo de Groot -
Atlas Maior van Blaeu - Christiaan Huygens
A
Renaissance
B
Wetenschappelijke Revolutie
C
Verlichting
D
Reformatie

Slide 14 - Quiz


Welk begrip past NIET bij de historische persoon Willem van Oranje?
A
Plakkaat van Verlating
B
Filips II
C
vermoord
D
grondwet

Slide 15 - Quiz


Welke uitspraak is van Spinoza?
A
'De planeet Saturnus heeft een ring en een maan die ik de naam Titan geef.'
B
‘De zee is van iedereen. Het kan nimmer een artikel van koophandel, en dus ook geen artikel van eigendom zijn.’
C
'God staat niet buiten de schepping, alles wat bestaat – en dus ook de mens zelf – is een verschijning van God.'
D
'Mijn plan lukte. De Engelse vijand heb ik met Hollandsche overmacht in de Medway nabij Chatham vernietigd.'

Slide 16 - Quiz


Welk begrip past NIET bij de historische persoon Marga Klompé?
A
Algemene bijstandswet
B
kiesrechtstrijd
C
verzorgingsstaat
D
minister

Slide 17 - Quiz

Sleep de canonvensters naar het juiste tijdvak rechts van de tijdbalk
Romeinse limes
Hunebedden
VOC en WIC
Max Havelaar
Erasmus
Jeroen Bosch
Spinoza
Vincent van Gogh
Michelle de Ruijter 
Eerste spoorlijn

Slide 18 - Drag question

Plaats  canonvensters in  chronologische volgorde
1
2
3
4
Willem van Oranje
Willibrord
Max Havelaar
Maria van Bourgondië

Slide 19 - Drag question

Plaats  canonvensters in  chronologische volgorde
1
2
3
4
De patriotten
Kinderwetje van Van Houten
Indonesië
De Statenbijbel

Slide 20 - Drag question

Plaats  canonvensters in  chronologische volgorde
1
2
3
4
VOC en WIC
Trijntje
De Hanze
Eise Eisinga

Slide 21 - Drag question

Bij welk venster past deze ondertitel:

'Opkomen voor gelijke rechten'
A
Napoleon Bonaparte
B
Max Havelaar
C
Aletta Jacobs
D
Spinoza

Slide 22 - Quiz

Bij welk venster past deze ondertitel:

'Schilder in een middeleeuwse stad'
A
Jeroen Bosch
B
Rembrandt
C
Vincent van Gogh
D
Hugo de Groot

Slide 23 - Quiz

Bij welk venster past deze ondertitel:

'De wereld in kaart'
A
Max Havelaar
B
VOC en WIC
C
De televisie
D
De Atlas Maior van Joan Blaeu

Slide 24 - Quiz

Bij welk venster past deze ondertitel?

'Strijd tegen racisme en kolonialisme'
A
Anne Frank
B
Anton de Kom
C
Slavernij
D
Srebenica

Slide 25 - Quiz

Bij welk venster past deze ondertitel:

'Van Beeldenstorm tot plakkaat van Verlating'
A
Koning Willem I
B
De Opstand
C
Maria van Bourgondië
D
Johan van Oldenbarnevelt

Slide 26 - Quiz

Welk icoontje hoort bij ...

de tijd van vorsten en regenten?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

Plaats  de kantelmomenten in  chronologische volgorde
1
2
3
4
Renaissance
Wetenschappelijke Revolutie
Agrarische Revolutie
Verlichting

Slide 28 - Drag question

-50
500
1000
1500
Sleep de canonvensters naar het juiste tijdvakken
Trijntje
Willibrord
Erasmus
De Opstand
VOC en WIC
Indonesië
De Romeinse limes

Slide 29 - Drag question

- Het streven van vorsten naar absolute macht.
- Het burgerlijk bestuur en de stedelijke cultuur in de Nederlandse Republiek.
- Het ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
- De wetenschappelijke revolutie.

Dit zijn de kenmerkende aspecten van de tijd van ...
A
ontdekkers en hervormers
B
pruiken en revoluties
C
burgers en stoommachines
D
vorsten en regenten

Slide 30 - Quiz

- Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
- Vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
- Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
- De verspreiding van het christendom in heel Europa.

Dit zijn de kenmerkende aspecten van de tijd van ...
A
ontdekkers en hervormers
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
vorsten en regenten

Slide 31 - Quiz

- Blokvorming in de wereld met een wapenwedloop en de dreiging van een atoomoorlog (Koude Oorlog).
- De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse macht in de wereld.
- De eenwording van Europa.
- De toenemende westerse welvaart vanaf de jaren zestig en het ontstaan van ingrijpende sociaal-culturele veranderingen.
- De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.

Dit zijn de kenmerkende aspecten van de tijd van ...
A
televisie en computer
B
wereldoorlogen en holocaust
C
pruiken en revoluties
D
burgers en stoommachines

Slide 32 - Quiz

Bekijk de tekening hiernaast aandachtig. In deze schoolplaat staat één van de kenmerkende aspecten centraal.

De historische gebeurtenis op deze schoolplaat speelde zich af in de tijd van ...

Slide 33 - Open question

Bekijk de tekening hiernaast aandachtig. In deze schoolplaat staat één van de kenmerkende aspecten centraal.

De historische gebeurtenis op deze schoolplaat speelde zich af in de tijd van ...

Slide 34 - Open question

Bekijk de tekening hiernaast aandachtig. In deze schoolplaat staat één van de kenmerkende aspecten centraal.

De historische gebeurtenis op deze schoolplaat speelde zich af in de tijd van ...

Slide 35 - Open question

Bekijk de tekening hiernaast aandachtig. In deze schoolplaat staat één van de kenmerkende aspecten centraal.

De historische gebeurtenis op deze schoolplaat speelde zich af in de tijd van ...

Slide 36 - Open question

Sleep de canonvensters naar het juiste tijdvak rechts van de tijdbalk
Willibrord
Trijntje
Hebban olla Vogala
Karel de Grote
Maria van Bourgondië
De Hanze
Spinoza
Aletta Jacobs
Rembrandt
Kinderwetje van Van Houten

Slide 37 - Drag question


Bij welk historisch begrip past deze spotprent hieronder het best?
A
liberalisme
B
industrialisatie
C
urbanisatie
D
modern imperialisme

Slide 38 - Quiz


Bij welk historisch begrip past deze foto het best?
A
totalitaire staat
B
Koude Oorlog
C
dekolonisatie
D
sociale kwestie

Slide 39 - Quiz


Bij welk historisch begrip past deze poster het best?
A
industriële revolutie
B
abolitionisme
C
socialisme
D
wederopbouw

Slide 40 - Quiz

Welk icoontje hoort bij ...

de tijd van steden en staten?
A
B
C
D

Slide 41 - Quiz

Plaats  de kantelmomenten in  chronologische volgorde
1
2
3
4
Reformatie
Renaissance
Christendom verovert Europa
Verlichting

Slide 42 - Drag question

Omroepen als AVRO, NCRV, KRO, VARA en VPRO maken radio- en tv-programma's.

Waardoor werden vanaf 1920 (eerst voor de radio en later de televisie) zoveel verschillende omroepen in Nederland opgericht?
A
de verzuiling
B
globalisering
C
democratisering
D
dekolonisatie

Slide 43 - Quiz

In de jaren 90 van de 20e eeuw mislukte de vredesmissie in Srebrenica. 
In welk land ligt Srebrenica? 
Plaats de hotspot in het midden van het land.

Slide 44 - Drag question


Welke Antilliaanse eilanden zijn zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden?
A
Curaçao, Aruba en Sint Maarten
B
Curaçao, Sint Eustatius en Saba
C
Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba
D
Aruba, Bonaire en Curaçao

Slide 45 - Quiz


Over welke vorst/koning spreken de beide heren in de Fokke & Sukke strip hiernaast?
A
Karel de Grote
B
Willem van Oranje
C
Willem I
D
Napoleon Bonaparte

Slide 46 - Quiz

Dit schilderij draagt de titel: 'Tuin der lusten'.

Waar wil Jeroen Bosch met zijn werk mensen vertellen?
A
Hij wil mensen duidelijk maken dat zij op een duurzame manier moeten omgaan met de aarde.
B
Hij wil mensen waarschuwen om als goede, gelovige christenen te leven, omdat het anders na hun dood slecht met hen zal aflopen.
C
Hij wil mensen aanmoedigen te genieten van alles wat het leven leuk maakt: eten, dansen, vrijen, gokken, etc.
D
Hij wil mensen geruststellen: je hoeft niet bang te zijn voor de dood, want er bestaat helemaal niet zoiets als een leven na de dood.

Slide 47 - Quiz


Wat zijn de twee hoofdtaken van de Tweede Kamer?
A
beslissen over wets-voorstellen en controleren van de regering
B
controleren van de regering en leidinggeven aan ministeries
C
leidinggeven aan ministeries en rechtspreken
D
rechtspreken en beslissen over wetsvoorstellen

Slide 48 - Quiz


Op het vaandel staat: Vereeniging voor vrouwenkiesrecht

Wanneer is deze foto gemaakt?
A
rond 1860
B
rond 1925
C
rond 1830
D
rond 1900

Slide 49 - Quiz


Een Europese instelling in vergadering bijeen.

Welke Europese instelling wordt op deze foto weergegeven?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad
D
Raad van Ministers

Slide 50 - Quiz

De leden van de Tweede Kamer hebben allerlei rechten. Eén daarvan luidt:

Dit recht biedt Kamerleden de gelegenheid om zelf met wetsontwerpen te komen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een Kamerlid vindt dat een minister te lang wacht met een wetsontwerp.

Welk recht van een Tweede Kamerlid herken je?
A
recht van interpellatie
B
recht van amendement
C
budgetrecht
D
recht van initiatief

Slide 51 - Quiz


Wat behoort NIET tot de taken van een gemeenteraadslid?
A
Controleren of het college van burgemeester en wethouders (college van B&W) het beleid goed uitvoert.
B
Controleren van de begroting (hoeveel geld de gemeente gaat uitgeven). en het financiële jaarverslag.
C
Controleren van de ambtenaren en een ambtenaar eventueel ontslaan.
D
Vertegenwoordigen van de inwoners: contact met de bevolking onderhouden om te weten wat er speelt.

Slide 52 - Quiz