§3.4 Water in natte en droge gebieden deel 1

Welkom!
Fijn dat je er bent!

Pak je boek alvast voor!

Bedenk: Wat zou er gebeuren als de Afsluitdijk morgen weg zou zijn? Wat merk jij daarvan?


timer
3:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Welkom!
Fijn dat je er bent!

Pak je boek alvast voor!

Bedenk: Wat zou er gebeuren als de Afsluitdijk morgen weg zou zijn? Wat merk jij daarvan?


timer
3:00

Slide 1 - Slide

§3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 2 - Slide

Planning
Welkom
Voorkennis testen en lesdoelen
Uitleg 
Maak van §3.4 'Water in natte en droge gebieden' vraag 1 t/m 5
Lesdoelencheck
Vooruitblik op de volgende les


Slide 3 - Slide

Lesdoelen van deze les
  1. Je kan uitleggen waarom er in de uiterwaard veel boerenbedrijven te vinden zijn.
  2. Je kan uitleggen waarom de Afsluitdijk is aangelegd.
  3. Je weet wanneer de Watersnoodramp was.
  4. Welk doel heeft de Deltawerken?

Slide 4 - Slide

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 5 - Quiz

De bovenloop is...
A
Begin van de rivier
B
Midden van de rivier
C
Einde van de rivier

Slide 6 - Quiz

De rivier, vriend en vijand
Piekafvoer
Wanneer er veel neerslag valt kan er wateroverlast onstaan. De rivier moet heel veel water afvoeren. Dit noemen we piekafvoer.

Tijdens piekafvoer, oftewel hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen. 
Uiterwaard
Tijdens hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen. Het water stroom dan de overstroomgebied in. Dit noemen we de uiterwaard.

De uiterwaard wordt door de overstroming erg vuchtbaar. Het water laat een laagje rivierklei (slib) achter. Daarom zie je in de uiterwaarde veel boerebedrijven, maar ook fabrieken omdat rivierklei erg geschikt is voor bakstenen en dakpannen.
Zomerdijk
Lage dijk, vlak naast de rivier. 
houdt water tegen bij lage waterstanden
Winterdijk
Hoge dijk, achter de uiterwaarde. 
houdt water tegen bij hoge waterstanden.

Slide 7 - Slide

Nu in het echt

Slide 8 - Slide

Zorg om het water

Vroeger regelmatig overstromingen in Friesland, Noord-Holland, Overijssel, Gelderland en Zeeland.


Slide 9 - Slide

Afsluitdijk 
Bouw van de afsluitdijk: 1927 - 1932  
  • Een dijk van 32 kilometer lang
  • Gebouwd om overstromingen tegen te gaan. Afsluiting Zuiderzee.

Polders:
  • Wieringermeerpolder: 1927
  • Noordoospolder: 1942
  • Flevopolder: 1955 - 1968

Het ontstaan van het IJsselmeer

Ingenieur Lely

Slide 10 - Slide

Bouw van de afsluitdijk

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Watersnoodramp
1 februari 1953:  een zware noordwesterstorm met windkracht 12 en springtij. Het water kwam uitzonderlijk hoog, eens in de 100 jaar.

Dijken overspoelden en braken door. Hierdoor kwamen grote delen van Zeeland, maar ook delen van Zuid-Holland en Brabant, onderwater.

De overstroming had 1836 slachtoffers.




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Deltawerken
Dijken waren niet sterk genoeg. Grootse aanpakken nodig. 
Er werd begonnen met de Deltawerken.

Doel van de deltawerken: 
De kustlijn verkorten en versterken.
Haringvlietdam
Volledig gesloten dam. Er komt geen zout water in het Haringvliet
2
Oosterscheldekering
Sluit alleen bij extreem hoge waterstand
1
Maeslantkering
De Nieuwe Waterweg kan open en dicht. Waarom? 
3
Westerschelde
Waarom is de Westerschelde open? 

Slide 16 - Slide

Aan het werk
Wat: lees en maak van §3.4 'Water in natte en droge gebieden' vraag 1 t/m 5

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak herhaling of verdieping

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 17 - Slide

Lesdoelencheck
  1. Leg uit waarom er in de uiterwaard veel boerenbedrijven te vinden zijn.
  2. Waarom is de Afsluitdijk aangelegd?
  3. Wanneer was de watersnoodramp?
  4. Wat is het doel van de Deltawerken?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 24 - Mind map