past continuous

Goal for this lesson?

Aan het einde van de les weet je wanneer je de past continuous gebruikt en heb je hier mee geoefend.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Goal for this lesson?

Aan het einde van de les weet je wanneer je de past continuous gebruikt en heb je hier mee geoefend.

Slide 1 - Slide

Past continous


Wat betekend dit letterlijk?

Slide 2 - Slide

Vertaal:

Ik was een boek aan het lezen

Slide 3 - Mind map

Past continuous
  • Je gebruikt de past continuous als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was.

  • Je maakt de past continuous met was / were+ werkwoord + -ing.



Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je 'was', en wanneer gebruik je 'were'?

Was gebruik je bij: I, he, she & it.
were gebruik je bij al het andere.

Slide 5 - Slide

Past Continuous
Past tense of the verb 'to be' and verb + ing
I was playing
You were playing
He was playing
We were playing
You were playing
They were playing

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

vertaal:
Jij was een boek aan het lezen.
A
You were reading a book.
B
You read a book
C
You was reading a book.
D
You readed a book

Slide 8 - Quiz

We zaten een film te kijken toen de tv stuk ging.
A
We were watching a film when the TV broke down.
B
We were watched a film when the TV broke down.
C
We was watching a film when the TV broke down.
D
We watched a film when the TV broke down.

Slide 9 - Quiz

Past Continuous
Quiz time!
Choose the correct form of the past continuous

Slide 10 - Slide

Boris ... English
A
was learning
B
is learning
C
has learned
D
will learn

Slide 11 - Quiz

They ... swimming in the lake
A
are swimming
B
were swam
C
were swimming
D
have swum

Slide 12 - Quiz

Your father ... the car
A
will have been repairing
B
is repairing
C
repaired
D
was repairing

Slide 13 - Quiz

I ... a magazine
A
read
B
was reading
C
am reading
D
will read

Slide 14 - Quiz

You ... your bag
A
am packing
B
were packing
C
packed
D
will have packed

Slide 15 - Quiz

My friends ... the match on TV
A
have been watching
B
watched
C
were watching
D
are watching

Slide 16 - Quiz

Dus....hoe maak je de past continuous?

Slide 17 - Open question

Translate: Ik was aan het schoonmaken

Slide 18 - Open question

Jij was aan het schoonmaken

Slide 19 - Open question

Hij was aan het schoonmaken

Slide 20 - Open question

Wij waren aan het schoonmaken

Slide 21 - Open question

Zij was aan het schoonmaken

Slide 22 - Open question

Jullie waren aan het schoonmaken

Slide 23 - Open question

Zij waren aan het schoonmaken

Slide 24 - Open question

Goal for this lesson?

Aan het einde van de les weet je wanneer je de past continuous gebruikt en heb je hier mee geoefend.

Slide 25 - Slide