3.1 Armoede in de 19e eeuw

3.1 - Armoede in de 19e eeuw
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 - Armoede in de 19e eeuw

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan einde van les kun je de volgende vragen beantwoorden:
  • Welke personen kwamen er in de 19de eeuw in de problemen?
  • Hoe reageerde de politiek op de toename van de armen?
  • Wat veranderde er in de armenzorg rond 1900?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Mensen in de problemen
  • Voor 1870 --> Merendeel werkt en woont op het platteland
  • Na 1870 --> Merendeel woont in de stad + werkt in fabrieken (industralisering)

Slide 4 - Slide

Leefomstandigheden
  • Wonen in donkere, vochtige huizen zonder elektriciteit
  • Wonen in 1 kamer, soms met meerdere gezinnen in 1 huis
  • Hygiëne was heel slecht. Geen riolering en schoon water.
  • Eenzijdig eten, vaak aardappelen en brood.

Slide 5 - Slide

Wat deed de regering hieraan?
  • 1854 --> Armenwet = hulp wanneer een arm iemand geen hulp kan krijgen van zijn of haar familie of van de kerk
  • Later ook ´sociale wetten´ = wetten die gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkeloosheid bestrijden

Slide 6 - Slide

Slechte leefomstandigheden
Daardoor:
  • besmettelijke ziektes zoals cholera, tyfus en tuberculose

Slide 7 - Slide

Armen
werkten vanaf 12 jaar in fabrieken
14 uur per dag
6 dagen in de week
veel ongelukken in de frabrieken maar geen geld voor dokter

Slide 8 - Slide

Groepen die niet konden werken
zieken, gewonden, alleenstaande, gehandicapten en ouderen 
konden niet werken en werden vaak geholpen door de kerk of andere armen. 

Rijke gaven soms wel eens brood, kleding of geld aan de armen --> liefdadigheid

Slide 9 - Slide

Wat deed de regering?
Er waren geen sociale wetten (wetten die gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkeloosheid bestrijden)
Er was 1 wet: Armenwet (1854) 
Als je geen familie of kerk had die voor je kan zorgen kwam er geld uit het armenfonds. Maar op is op..... 

Slide 10 - Slide

Socialisten
Confessionelen
Liberalen
Overheidsbemoeienis
Arbeiders
Vooruitstrevend (progressief)
! Gelijkheid !
Geen overheidsbemoeienis
Arbeiders EN fabrikanten
Alles bij het oude (conservatief)
! Geloof !
Geen overheidsbemoeienis
Fabrikanten
Alles bij het oude (conservatief)
! Vrijheid !
Links
Midden/rechts
Rechts

Slide 11 - Slide

Veranderingen (wel sociale wetten)
  • 1874: Kinderwetje van Van Houten: bepaalde dat niemand onder de 12 mocht werken.
  • 1901: Leerplicht: Kinderen van 6 tot 12 verplicht naar school
  • 1901: Ongevallenwet: Kreeg een kleine uitkering wanneer er een ongeval was op de werkvloer.
  • 1901: Woningwet: Woning moest aan bepaalde eisen voldoen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Andere veranderingen

  1.  Betere leefomstandigheden --> verbetering stadsreiniging en riolering --> daarna minder ziektes
  2. Vakbonden werden opgericht (samen sta je sterker)
  3. onderlinge verzekeringen (premie betalen en toch salaris krijgen als je ziek bent)

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Welke personen kwamen er in de 19de eeuw in de problemen?
Armen, gehandicapten, zieke, alleenstaande
Hoe reageerde de politiek op de toename van de armen?
Diverse wetten: kinderwetje, leerplichtwet, ongevallenwet, woningwet
Wat veranderde er in de armenzorg rond 1900?
Wetten, verzekeringen, liefdadigheid

Slide 15 - Slide

To do
Maken blz 54 tm 57
Zelf paragraaf 2 doornemen en opdrachten maken op blz 58 en 59

Slide 16 - Slide