Opdracht presentatie/ onderzoek

BS Basis 5.5 presentatie
Kader onderzoek blz 169
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

BS Basis 5.5 presentatie
Kader onderzoek blz 169

Slide 1 - Slide

opdracht

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Basis groep
Je gaat een onderzoek uitvoeren en daarover een power presentatie geven. Als onderwerp kun je bijvoorbeeld kiezen voor het syndroom van Down of voor tweelingen. Als je liever een ander onderwerp kiest of een onderwerp uit thema. Overleg dan met je docent.

• Start met het bedenken van een onderzoeksvraag. Bijvoorbeeld: Kan iemand met het syndroom van Down een ‘normaal’ leven leiden?
• Schrijf een hypothese op.

• Maak een werkplan. Schrijf op hoe je het onderzoek willen uitvoeren. Hierin verwerk je bijvoorbeeld de volgende stappen:
– Een onderzoek naar wat het syndroom van Down is.
– Een interview met iemand die werkt met mensen met het syndroom van Down.
Voordat je iemand interviewt, bedenk je vragen die je wilt stellen.
(Een van jullie twee stelt de vragen, de ander noteert de antwoorden).
• Laat je docent de onderzoeksvraag, hypothese en het werkplan controleren.
• Voer het onderzoek uit.
• Noteer je resultaten.
• Formuleer een conclusie die antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
• Maak een power presentatie van het onderzoek (zie afbeelding 2). en stuur de op naar mijn mail

Slide 11 - Slide

Kader groep
Je gaat zelf een bronnenonderzoek bedenken en uitvoeren. Je gaat er ook een power presentatie over geven. Je docent legt het thema vast waarbinnen je het onderzoek mag bedenken.
Dit mag een onderwerp uit Thema 5 zijn.

Voer je onderzoek als volgt uit:
• Kies een onderzoeksvraag. Elke onderzoeksvraag heeft drie deelvragen. Laat je docent weten welke onderzoeksvraag je kiest.
• Maak een werkplan. Noteer in je werkplan:
– wat voor bronnen je gaat raadplegen
– waar je de bronnen gaat zoeken
• Laat je docent het werkplan controleren.


• Voer het onderzoek uit volgens het werkplan. Bewaar de bronnen die:
– bruikbaar zijn (antwoord geven op een deelvraag)
– door een deskundige zijn geschreven (betrouwbaar zijn)
– pas geschreven zijn (actueel zijn)
• Beantwoord de deelvragen met behulp van de bronnen. Als je niet alle deelvragen goed kunt beantwoorden, probeer dan meer bronnen te vinden.
• Bekijk de antwoorden op de deelvragen. Trek hieruit een conclusie.
• Schrijf een evaluatie.
• Maak een diapresentatie van je onderzoek. Gebruik zo min mogelijk hele zinnen. Gebruik zo veel mogelijk steekwoorden, afbeeldingen, tekeningen en schema’s.
• Stuur je onderzoek naar mijn mail.

Slide 12 - Slide