Mentoraat OA leerjaar 2 week 10 dinsdag

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Mentoraat OA leerjaar 2

Week 11

Benodigdheden student: 

• Lesbrief mentoraat week 11

Lesinhoud

• Opdracht 'Ervaren'
• Opdracht 'Je sociale brein' 
• Opdracht 'Je spiegelneuronen gebruiken'
• Evaluatie lesdoel

Doel van de les

• Aan het eind  van de les heb je inzicht hoe de hersenen werken en in formatie doorgeven.
• Weet je dat er verbindingen tussen neuronen ontstaan als je bepaalde activiteiten vaak herhaalt.
• Weet je wat spiegelneuronen zijn en kennen jullie de functie hiervan.
• Gebruik je spiegelneuronen om emoties in gezichten te 'lezen'.

Inleiding

Hoe sociaal ben je? Kun je goed met anderen omgaan of heb je vaak ruzie? Goed kunnen omgaan met anderen is belangrijk. Niet alleen in je privéleven, maar ook op je stage of werk. Maar hoe kan het dat je sociaal bent en met anderen kunt omgaan? Dat heeft met jouzelf en jouw hersenen te maken.

Opdracht 'ervaren'

• Iedere student typt 2 zinnen over zichzelf die niet waar zijn en 1 zin  die wel waar is.
• Bijvoorbeeld: Ik sport graag, ik ben goed in vreemde talen en ik kook graag.

Opdracht 'ervaren'

Vervolgens leest een aantal studenten de 3 zinnen voor. De andere studenten proberen d.m.v. vragen te stellen er achter te komen welke zinnen niet waar zijn en welke wel waar is.

Hoe zijn jullie erachter gekomen wat waar / niet waar is?

Opdracht 'Je sociale brein':

• Lees klassikaal tekst van lesbrief mentoraat week 3 op blz. 2 & 3 

Welke informatie, die je hebt gelezen vond je interessant?

Welke informatie was nieuw voor je?

Opdracht 'Je spiegelneuronen gebruiken'

Bekijk  individueel op blz. 4 & 5 van de lesbrief de gezichtsuitdrukkingen van de verschillende personen. Probeer te ontdekken welke emoties bij de verschillende personen passen. Gebruik de emoties, die op bladzijde 4 staan.

Antwoorden

1. boos-ontevreden                                      11. vrolijk-uitbundig

2. walging-afkeur                                          12. trots

3. vrolijk-blij-geluk 

4.boos-agressief

5. verbazing                                                      NB. 1-6 kunnen eventueel omgewisseld worden!

6. teleurgesteld

7. bezorgd-moedeloos

8. schrik-angst

9. verdriet

10. spijt-iets stoms gedaan

Wie had moeite met de vorige opdracht? Typ hieronder jouw naam!

Waarom is het belangrijk dat je emoties van anderen in hun gezichtsuitdrukking kunt herkennen?

Noem nog een aantal dingen waaraan je emoties kunt aflezen.

Op welke manier bepaal jezelf waarop je brein zich ontwikkelt?

Evaluatie lesdoel

• Aan het eind van de les heb je inzicht hoe de hersenen werken en in formatie doorgeven.
• Weet je dat er verbindingen tussen neuronen ontstaan als je bepaalde activiteiten vaak herhaalt.
• Weet je wat spiegelneuronen zijn en kennen jullie de functie hiervan.
• Gebruik je spiegelneuronen om emoties in gezichten te 'lezen'.

Doel behaald?

Huiswerk

NVT

Vooruitblik