Spelling: verleden tijd

Spelling
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Lieve kinderen, 

Jullie gaan oefenen met de verleden tijd meervoud. Door in elke zin de
 persoonsvorm verleden tijd van het werkwoord te schrijven. Succes! :)


Slide 2 - Slide

Spelling 

Slide 3 - Slide

melden: Gisteren .............. ze zich ziek.

Slide 4 - Open question

ontwaken: Mijn ouders ....... pas om 10 uur.

Slide 5 - Open question

schrobben: De schoonmakers ...... de vloer.

Slide 6 - Open question

gooien: De kinderen ....... het blikje in de afvalbak.

Slide 7 - Open question

knikken: Wij ...... toen hij vroeg of we het naar onze zin hadden.

Slide 8 - Open question

feesten: ...... jullie de hele nacht door?

Slide 9 - Open question

haasten: Ze ...... zich om de trein te halen.

Slide 10 - Open question

besteden: ...... jullie veel tijd aan het werkstuk?

Slide 11 - Open question

Lieve kinderen,

Jullie gaan de woordstukjes in de goede volgorde zetten en jullie gaan het hele woord opschrijven. Jullie gaan oefenen met de schrijfwijze van woorden op ig en lijk.

Slide 12 - Slide

lijk-de-dui

Slide 13 - Open question

lijk-schu-af-we

Slide 14 - Open question

wel-ge-dig

Slide 15 - Open question

se-vre-lijk

Slide 16 - Open question

mak-lijk-ke-on-ge

Slide 17 - Open question

stan-ver-dig

Slide 18 - Open question

te-hou-rig

Slide 19 - Open question

soon-per-lijk

Slide 20 - Open question

Lieve kinderen,

Kies het goede woord met apostrof. 

Slide 21 - Slide

's Morgens / 's Avonds vroeg is het altijd heel mooi buiten.

Slide 22 - Open question

's Zaterdags / 's Maandags geniet ik van het weekend.

Slide 23 - Open question

's-Gravenhage / 's-Hertogenbosch ligt in Noord-Brabant.

Slide 24 - Open question

Hij heeft de fiets van da's / z'n broer geleend.

Slide 25 - Open question

's Zomers / 's Woensdags is het gehaktdag bij de slager.

Slide 26 - Open question

Den Haag kan je ook schrijven als
's- Gravenhage / A'dam.

Slide 27 - Open question

Maak deze opdracht op een blaadje en maak er daarna een foto van. Maak er een verkleinwoord van dat eindig op je of pje.
 

plaagstoot bandiet achtenaam 
marktkraam voelspriet beukennoot 
botervloot gebied erfgenaam
kinderlied bijnaam zeilboot

Slide 28 - Slide

Maak nu een foto van je werk!

Slide 29 - Open question

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 30 - Open question