Hormoon- temperatuur en baarmoederslijmvliesverloop in de cyclus

Hormoon- temperatuur en baarmoederslijmvliesverloop in de cyclus

Aan het einde van de les kun je...

• De rol van FSH en LH in de eicelrijping beschrijven
• Het effect van oestradiol en progesteron op het baarmoederslijmvlies uitleggen
• De veranderingen in lichaamstemperatuur gedurende de menstruatiecyclus relateren aan de ovulatie

Wat weet je al over de hormonen en veranderingen in de menstruatiecyclus?

Hormoonwerking in de menstruatiecyclus

• FSH: Follikelstimulerend hormoon, bevordert de rijping van eicellen in de eierstokken
• LH: Luteïniserend hormoon, veroorzaakt de eisprong

Temperatuursveranderingen en hun relatie met de ovulatie

• Lichaamstemperatuur stijgt ongeveer 0,5°C rond de ovulatie, op cyclusdag 14

Het effect van oestradiol en progesteron op het baarmoederslijmvlies

• Oestradiol: Een oestrogeen hormoon, bereidt het baarmoederslijmvlies voor op een mogelijke innesteling van een bevruchte eicel
• Progesteron: Hormoon dat na de eisprong het baarmoederslijmvlies verder klaarmaakt voor een mogelijke zwangerschap

Definition List

• FSH: Follikelstimulerend hormoon, bevordert de rijping van eicellen in de eierstokken
• LH: Luteïniserend hormoon, veroorzaakt de eisprong
• Oestradiol: Een oestrogeen hormoon, bereidt het baarmoederslijmvlies voor op een mogelijke innesteling van een bevruchte eicel
• Progesteron: Hormoon dat na de eisprong het baarmoederslijmvlies verder klaarmaakt voor een mogelijke zwangerschap
• Ovulatie: Het vrijkomen van een rijpe eicel uit de eierstok

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.