regelmatige werkwoorden -er

Werkwoorden op
- er
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkwoorden op
- er

Slide 1 - Slide

Werkwoorden op -er
regelmatige werkwoorden zoals:
habiter, écouter, regarder, rentrer, redoubler, dessiner, répéter, détester, adorer, jouer
deze eindigen op -er

Slide 2 - Slide

1: présent
Om een werkwoord uit de groep -er te vervoegen in de tegenwoordige tijd (présent), maken we eerst een stam.

écouter - er = écout (stam)

Slide 3 - Slide

Maak de stam van het werkwoord: dessiner.

Slide 4 - Open question

antwoord:
dessin
je maakt de stam van dessiner door -er er af te halen

Slide 5 - Slide

nog een keer. Maak de stam van: rentrer.

Slide 6 - Open question

Had je hem nu wel goed????
Rentrer
stam=rentr

Slide 7 - Slide

na de stam ben je niet klaar
dan moeten we er iets achter plakken

je parl...
tu parl....
etc

Slide 8 - Slide

sleepvraag
sleep op de volgende dia de persoonlijk voornaamwoorden naar de juiste uitgangen.

Slide 9 - Slide

met een -e
-es
met een -e
-ons
-ez
met -ent
ils/elles
vous
nous
il/elle/on
tu
je

Slide 10 - Drag question

uitgangen
je  -e
tu -es
il, elle, on met een -e
nous -ons
vous -ez
ils/elles met een -ent 

Slide 11 - Slide

bij regarder ziet dat er zo uit
je regarde
tu regardes
il, elle, on regarde
nous regardons
vous regardez
ils/elles regardent

Slide 12 - Slide

nu jij
Na deze dia ga je naar een website. Zie link zometeen
Daar druk je op 'jouer'
Vul je naam in: voornaam 
Vervoeg de werkwoorden, druk op valider (bevestigen)
goed geantwoord?  Druk dan op suivant (volgende)
Klaar? maak een schermafbeelding van je score: zie voorbeeld volgende dia. Die afbeelding zet je in deze lessonup.

Slide 13 - Slide

voorbeeld schermafebeelding score
mme Oud score 1128

Volgende dia is de url naar website

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

upload hier je schermafbeelding van je score

Slide 16 - Open question

wat heb je niet goed begrepen aan het werkwoord op -er in de présent?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide