WIN 5B Toetsbespreking etc

• Applicatie- en mediaontwikkelaar
• MBO
• Studiejaar 1

WIN - Programmeren voor Windows

Micro:bit

Terugblik feedbackmoment

🟩 Top 8              >     kort doornemen

⬛ Bottom 11    >     uitgebreid bespreken  

Klik voor antwoord

Hier komt het antwoord 😃

"Bij programmeren is er een vrij belangrijk concept wat begrepen moet worden. Welk woord hoort op de plaats van het vraagteken? 

 

? -> process -> output"

Input

"Een lopende band in een fabriek gaat pas draaien nadat de sensoren van de band detecteren dat er exact het juiste gewicht is gedetecteerd.

 

Wat is in het geval van de lopende band de output?"

De motoren / het draaien van de band / ...

"Langs de weg staat een snelheidsmeter die aangeeft of er te hard of te zacht gereden wordt, door middel van respectievelijk een verdrietige gezichtje, of een blij gezichtje.

Wat is de input voor deze snelheidsmeter?"

Sensor / snelheid van de auto / ...

NIET: accelerometer

"In een computer game kun je met je wapen alleen schieten als je nog kogels hebt. Je drukt op de schietknop maar er gebeurt niks.  

Beschrijf hierin het proces?"

Check ammo. Wanneer <= 0: niet schieten.

Nee (leeftijd is NIET groter dan 17)

Variabele

Sprite. Dit is het stukje geheugen dat we een naam hebben gegeven hierin stoppen we een gehele sprite.

"In het programmeren hebben we de mogelijkheid om waardes op te slaan als een variabele of als constante. Leg in het kort uit wat het verschil is tussen deze twee.
"

Variabele: kan veranderen.

Constante: altijd hetzelfde.

45 >= 45

TRUE

30 == 29 || 1 < 5

Zie volgende dia's

30 == 29 || 1 < 5

FALSE

TRUE

||

30 == 29 || 1 < 5

FALSE

FALSE

||

TRUE

15 > 15 && 7 <= 7

FALSE

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)

Zie volgende dia's

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)

TRUE

FALSE

||

(

)

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)

TRUE

(

)

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)

TRUE

FALSE

&&

(

)

(

)

TRUE

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)

TRUE

FALSE

&&

(

)

(

)

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)

TRUE

FALSE

&&

(

)

(

)

FALSE

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

Zie volgende dia's

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE

TRUE

&&

(

)

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE

)

(

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE

FALSE

TRUE

&&

)

&&

(

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE

FALSE

TRUE

&&

)

&&

(

FALSE

"Wanneer wordt de code in een 'else' blok uitgevoerd?
"

1pt = Als álle andere if / else if niet voldaan zijn

0,5pt = De eerste if was niet waar

Schaar, want die komt zowel bij 2 als bij 3.

A, want leeftijd is groter dan 17.

< Aan

                 = 1 knipper

< Uit

Index:

0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10

< Aan

                 = 1 knipper

< Uit

Index:

0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10

(1 2  3  4  5  6  7  8  9 10 11)

11x dus

< Aan

                 = 1 knipper

< Uit

Index:

0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10

< Aan

                 = 1 knipper

< Uit

Index:

0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10

(                   1  2  3  4  5  6)

6x dus

Repeat: als je precies weet hoe vaak iets moet gebeuren.

While: als je alleen een voorwaarde weet.

NIET: 'terwijl' je iets anders doet

En verder...

Verder afmaken opdrachtkaarten / Opdracht Kitt

• Doe eerst even kleine demo zelf
• Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
• Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen