woorden schat par 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

geef een voor beeld van het jubileum

1. zoveel jaar getrouwd
2. bestaan van een bedrijf
3. een levensjaar
4. een feest dat aan geeft dat het al lang zo is of bestaat

actueel

1. speciaal gebied
2. een gebouw
3. een openbaar gebouw
4. speciaal gebiedt

woordenschat paragraaf 2 journaal

journaal

1. nieuwsuitzending
2. sbs6
3. tv progamma
4. rtl4

reportage

1. verslag
2. versalg
3. vreslag
4. vorslag

live

1. nu
2. dit moment
3. straks
4. gisteren

portret

1. een beeld van hoe iemand is
2. een beeld van hoe iemand is
3. een beeld van hoe iemand is
4. een beeld van hoe iemand is

het onderwerp

1. waar over het gaat.
2. war het over gaat
3. waat het over gaat
4. weet het ovr gaat

de presentator

1. iemand die dit persenteerd.
2. iemand die iets presenterd
3. iemand die iets presenteerd
4. iemand die iets presenteerd.

noem een voorbeeld van heftig

noem een voorbeeld van de redactie

1. de krant
2. het tijdschrift
3. een progamma
4. een tv uitzending

ingrijpend

1. wat veel invloed heeft
2. wat weinig invloed heeft
3. wat een beetje invloed heeft
4. wat geen invloed heeft

mijden

1. heen lopen
2. weg lopen
3. er mee gaan praten
4. der bij gaan staan

de eindredacteur

1. waar het het laats heen.
2. waar het het eerst heen gaat
3. waar het in het midden heen gaat
4. waar het het laats heen

zich richten op

1. die gene in elkaar slaan
2. daar op richten
3. bedoeld zijn voor
4. niet bedoeld voor

het kanaal

1. weg
2. water
3. een middel om iets weg tebrengen
4. een lange water

een kijk je achter de schermen

1. kijken hoe het te werk gaat
2. hoe het word gemaakt
3. hoe het word vervoerd
4. mogelijkheid om te kijken hoe het werkt

de prime time

1. zendtijd
2. znedtijd
3. zendtijd.
4. zedntij

de deskundige

1. iemand die nergens verstand van heeft
2. iemand die nul vertstand heeft
3. iemand die er verstand van heeft
4. iemand die gewoon dom is

de verslaggever

1. iemad die voor de donald duck werkt
2. iemand die voor de karnt werkt
3. iemand die voor een tijdschrift werkt
4. iemand die op de redactie werkt

regionaal

1. van of voor een stad
2. van of voor een dorp
3. van of voor een ruimte
4. van of voor een gebied

prime time

1. dat er veel mensen kijken
2. dat er geen mensen kijken
3. geen mensen kijken
4. er kijken heel veel mensen.

willen jullie ook deel 2

ja

nee

leuk

nooit meer