Taal - Gebiedende Wijs

Gebiedende Wijs

Kom hier!

Schrijf de zinnen op!

Loop eens door!

3 soorten in deze les

Gebiedende wijs: Loop door! Laat ons winnen! 

Vraagzin: Wil je doorlopen? Kun je ons laten winnen?

Vertelzin: Je kunt doorlopen. Ze zouden ons kunnen laten winnen.

Geef die papieren hier!

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Schiet de bal in de goal.

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Hoelaat moeten we er zijn?

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Leg die telefoon weg.

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Ze hebben de vierdaagse gelopen.

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Je vindt het onderwerp vooraan in de zin.

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Maak kans op mooie prijzen.

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Gooi dan!

1. Gebiedende Wijs
2. Vraagzin
3. Vertelzin

Nu iets moeilijker!

Maak van de zin gebiedende wijs!

Voorbeeld:

Kun je de stokjes aangeven?

=

Geef de stokjes door!

(Persoonsvorm vooraan in de zin, geen onderwerp)

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Zou je even aan de kant willen gaan?

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Als je meedoet kun je winnen.

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Wil je daar alsjeblieft mee stoppen?

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Je moet zo meteen wel opstaan.

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Je moet wel de hele zin opschrijven.