Thuis in je huis - basisstof 6.4

Thuis in je huis
Basisstof 4 + stukje herhaling basisstof 3
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thuis in je huis
Basisstof 4 + stukje herhaling basisstof 3

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling basisstof 3
Nieuwe theorie over  'veilig thuis'
bespreken opdrachten van basisstof 3, de was doen.
Stellingen- opdracht bladzijde 218

Zelf aan de slag
(vergeet de foto's niet, zie huiswerk voor volgende week woensdag)



Slide 2 - Slide

Inhoud
Herhaling stoffen en wassen/wassymbolen
Veiligheid thuis
Gedrag
Veiligheidssymbolen


Slide 3 - Slide

Textielsoorten
Natuurlijke vezels
Natuurlijke grondstof en natuurlijke bewerking
Half-synthetisch
Natuurlijke grondstof en chemische bewerking
Synthetische, 
Chemische grondstof (onderdeel van aardolie), chemische bewerking
Mengvezel,
Om de eigenschappen van de stof te versterken

Slide 4 - Slide

natuurlijke vezels

Wol = schaap, alpaca, konijn, geit, lama
zijde = van de zijderups (cocon)
leer = koe, varken, hert, lam, kalf, krokodil, slang, haaien, roggen
katoen= katoenplant
linnen = vlasplant
Synthetische vezels

 acryl, polyamide en polyester
worden gemaakt van aardolie/aardgas met behulp van industrie.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wassymbolen

Slide 7 - Slide

Wasvoorschriftsymbolen:
waar staat het driehoekje voor?
A
wastrommel
B
Stomen
C
wasmachine
D
Bleken

Slide 8 - Quiz

BS 4 VEILIGHEID THUIS

Slide 9 - Slide

Veiligheid thuis
Ongelukken in huis komen door:
- onveilig gedrag
- onveilige omgeving
- onveilig materiaal

Slide 10 - Slide

Veiligheid
Veiligheid in huis:
Ongelukken: vooral door onveilig gedrag en onveilig materiaal

Gas: kan brand geven, reukloos, bij gaslek hoofdschakelaar
Elektriciteit: brandgevaar, stoppen slaan door bij overbelasting/kortsluiting
Schoonmaakmiddelen: Let op symbolen op verpakkingen.

Slide 11 - Slide

schoonmaakmiddelen
Bewaar schoonmaakmiddelen altijd in de verpakking waarin ze horen.

Berg ze zo op dat kleine kinderen er niet bij kunnen

Gooi restjes niet weg, maar breng ze zo nodig naar een plek waar
klein chemisch afval verzameld wordt.

Slide 12 - Slide

Gevaarlijke schoonmaakmiddelen
- En moeten een KINDERVEILIGE DOP hebben
kinderveilige dop
Na inslikken van een giftige stof doe je het volgende: 
– Bel je huisarts of 112. Vertel kort wat er is gebeurd
– Volg de aanwijzingen precies op
– Bewaar de verpakking van de giftige stof

Slide 13 - Slide

Schoonmaakmiddelen veilig gebruiken

Slide 14 - Slide

Gevaarsymbolen
Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.

Voor een veilig gebruik van schoonmaakmiddelen is het belangrijk dat je weet wat de symbolen betekenen en dat je de informatie op de etiketten leest en toepast. 

Slide 15 - Slide

Wat is een gevaren symbool?

Een gevaren symbool geeft

aan dat een middel gevaarlijk

is. Gevaren symbolen vind je

meestal op schoonmaakmiddelen.

Slide 16 - Slide

Veiligheidssymbolen
Om mensen te waarschuwen voor de gevaren van bepaalde schoonmaakmiddelen, worden symbolen gebruikt. In elk land worden de symbolen soms verschillend weergegeven. Vanaf januari 2017 zijn er nieuwe symbolen in gebruik. Dan zijn de symbolen ook in heel Europa hetzelfde.

Hiernaast zie je de verschillende (nieuwe) symbolen.

Slide 17 - Slide

Het gebruiken van een strijkijzer met een kapot snoer is een voorbeeld van;
A
onveilig gedrag
B
onveilig materiaal
C
onveilige omgeving

Slide 18 - Quiz

Kinderen spelen op een bouwplaats, dit is een voorbeeld van;
A
Onveilig gedrag
B
Onveilig materiaal
C
Onveilige omgeving

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het symbool hiernaast
A
Giftig
B
Bijtend
C
Explosief
D
Ontvlambaar

Slide 20 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Schadelijk of irriterend
B
Giftig
C
Bijtend
D
Ontvlambaar

Slide 21 - Quiz

Als een stof schadelijk is wat voor symbool staat er dan op het product
A
Doodshoofdjes
B
reageerbuisjes
C
een skelet
D
een uitroepteken

Slide 22 - Quiz

Als een schoonmaakmiddel bijtend is wat voor symbool staat er dan op het product?
A
reageerbuisjes
B
tandjes
C
een handschoen
D
een maatbeker

Slide 23 - Quiz

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling basisstof 3
Nieuwe theorie over  'veilig thuis'
bespreken opdrachten van basisstof 3, de was doen (blz. 230)
stellingenopdracht blz. 218

Zelf aan de slag
(vergeet de foto's niet, zie huiswerk voor volgende week woensdag)



Slide 24 - Slide

Het is de taak van de man om het inkomen te verdienen
Eens
Niet eens

Slide 25 - Poll

Als ik getrouwd ben of samenwoon, moet mijn partner net zo vaak koken als ik
Eens
Oneens

Slide 26 - Poll

mannen zijn vaak beter in zwaar werk dan vrouwen
Eens
Niet eens

Slide 27 - Poll

Als ik later kinderen krijg, zorgen mijn partner en ik evenveel voor de kinderen
Eens
Oneens

Slide 28 - Poll

Ik wil later net zo veel uren werken als mijn partner
Eens
Oneens

Slide 29 - Poll


Slide 30 - Poll


Slide 31 - Poll

Zelf aan de slag
blz. 238 t/m 241
maken opdracht 1 t/m 6

Slide 32 - Slide